Voorzitter, als wij hier nu spreken over de toekomst van Nieuw Ginneken, dan kan ik het niet
laten ook wat opmerkingen te maken richting onze kalkoenetende buur.
Van enig overleg tussen Breda omliggende gemeenten is al erg lang geen sprake. Noch over
grote, noch over kleinere zaken. Alleen als het de Grote Stad uitkomt.
Misschien is het gemeentebestuur in Breda ook al te druk met het oplossen van haar eigen
problemen.
Voorzitter, wij zijn van mening dat Breda al "groot" genoeg is. Om z'n burgers bij de politiek te
betrekken, zal binnen de huidige grenzen al een grote opgave zijn, laat staan dat dit dan ook nog
binnen een Groot Breda zou moeten.
Als Breda al zou moeten uitbreiden (en daar is tot op heden bij mij geen goede onderbouwing
voor bekend) dan moet dit gebeuren in de driehoek Etten-Leur/Breda/Oosterhout. Een verklaring
daarvoor is erg eenvoudig. Er wordt gesproken over mobiliteit; werk en wonen bij elkaar
brengen. Het is logisch dat daar waar een spoorweg, een autoweg en een waterweg liggen
uitbreidingen plaatsvinden, mits daarvoor ruimte aanwezig is.
Wij denken nog steeds dat het inpalmen van randgemeenten of delen daarvan niet zozeer een
ruimtelijk, maar ook een financieel aantrekkelijke zaak is en dan wijs ik alleen maar op de extra
onroerend goed belasting capaciteit.
Algemeen
Met de hete adem van het herindelingsspook in onze nek zullen wij toch het beleid voor de
komende jaren voor Nieuw Ginneken moeten blijven uitzetten.
In uw aanbiedingsbrief bij de gemeentebegroting 1993 wordt meteen op de eerste pagina al
aangeduid de geringe beleidsmatige invloed van de raad op vooral het uitgavenniveau, slechts een
schamele 4 procent is op korte termijn te beïnvloeden.
Wie beter dan de VVD-fractie is zich daarvan bewust, wij hebben dat immers nadrukkelijk
gedemonstreerd bij de behandeling op 14 juli jl. van de Kadernota 1993. Tot onze spijt is ons
bezuinigingsvoorstel slechts voor een gering deel overgenomen in de begroting 1993. Uit de
woorden van het CDA wordt begrepen dat daarin mogelijk verandering komt. In tweede termijn
verneemt de VVD-fractie daar graag meer over.
Bij de hoofdstuksgewijze behandeling kom ik daar nog op terug, mede gezien uw opmerking bij
de berekende dekkingsruimte voor de komende jaren (1994, 1995 en 1996), waarin u aangeeft dat
onze financiële positie erg onder druk blijft staan en een herschikking van de middelen in de volle
breedte al voor 1993 door u gewenst wordt geacht.
Wij als VVD zijn het daar volmondig mee eens! Omdat een beleidsbegroting niet alleen financiën
betreft, zullen wij het door u voorgestane beleid nader in onze beschouwingen betrekken,
overigens geheel in de geest van de nieuwe gemeentewet, waarin de positie van de gemeenteraad
versterkt/belangrijker wordt.
Politie
13