Bijlage behorend bij voorstel aan de raad tot het vaststellen
van de Bouwverordening Nieuw-Ginneken 1992, geagendeerd op 8
december 1992.
Inleiding
Het voor u liggende voorstel om een nieuwe bouwverordening
vast te stellen is slechts een onderdeel van een groter pakket
nieuwe bouwregelgeving.
Om ook een inzicht te geven in de andere ontwikkelingen rond
dit onderwerp begint deze bijlage met een algemeen gedeelte
waarna verder ingegaan zal worden op de nieuwe bouwverordening
zelf.
Nieuwe Woningwet
De Woningwet 1991 kent nogal wat veranderingen ten opzichte
van de oude Woningwet. De meest opvallende nieuwe elementen
daarbij zijn:
- de invoering van drie categorieën bouwwerken: vrije, mel-
dingplichtige en vergunningplichtige. Welke bouwwerken
meldingplichtig zijn wordt in een afzonderlijk koninklijk
besluit geregeld;
- de invoering van fatale afhandelingstermijnen;
- de verplichting om welstandstoezicht door een geheel onaf
hankelijke commissie te laten plaatsvinden (dit was namelijk
nog niet in alle gemeenten het geval)
- de verplichting een openbaar register bij te houden, waarin
allerlei gegevens rond bouwaanvragen en -meldingen moeten
worden opgenomen. Zo moet bijvoorbeeld vermeld worden welke
bedrijven bij de uitvoering van de bouw allemaal betrokken
zijn (dus ook onderaannemers)
Fatale termijnen
In de Woningwet 1991 zijn vaste termijnen opgenomen voor de
behandeling van bouwplannen door de gemeente. Bij overschrij
ding van deze termijnen mag de burger een zgn. fictieve toe
stemming aanwezig achten, waarmee hij kan gaan bouwen. (Overi
gens: belanghebbenden kunnen tegen de toestemming, ook de
fictieve, bezwaar maken)
De lengte van de termijn hangt af van de categorie waarin het
bouwwerk valt, en van het feit of er nog bijzondere (vrijstel-
lings-)procedures dienen te worden gevolgd.
Bouwvergunning
Voor ingrijpende of grotere bouwplannen heeft men nog steeds
een bouwvergunning nodig. Als het bouwplan niet in strijd is
met het bestemmingsplan en voldoet aan de welstandseisen, dan
dienen burgemeester en wethouders binnen drie maanden nadat er
een complete en juiste aanvraag is ingediend de bouwvergunning
afgegeven te hebben.
Indien het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan en er
zijn vrijstellingsmogelijkheden, of als er een voorbereidings-
besluit geldt, dan is deze termijn uiteraard langer in ver
band met de beslissingen en procedures rond de vrijstelling.
