m,
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
Raadsvergadering Onderwerp:
25 februari 1992 Voorstel tot vaststelling van een
nieuw Reglement van Orde voor de
vergaderingen van de gemeenteraad.
Agenda Nr.4
Klass. Nr.: -2.07.51
Ulvenhout, 18 februari 1992.
Aan de Raad,
In de beleidsbegroting algemene dienst 1992 hebben wij uw raad
een voorstel aangekondigd met betrekking tot de vaststelling van
een nieuw Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeen
teraad. Wij hebben een ontwerp voor een nieuw Reglement van
Orde - ten opzichte van het bestaande ontdaan van, waar nodig en
mogelijk, niet noodzakelijke bepalingen en voor wat betreft de
presentatie zodanig gegroepeerd, dat een goede vergelijking met
het bestaande Reglement mogelijk was - voor een primaire discus
sie aan de Commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden en
Middelen aangeboden.
De Commissie heeft in haar vergadering d.d. 27 november 1991 op
onderdelen geadviseerd tot aanvulling of verbetering, e.g. over
neming van sommige bepalingen uit het huidige Reglement. Uitvoe
rig werd stil gestaan bij het ambtsgebed en met name over de
vraag, of dat, gezien de hedendaagse opvattingen daaromtrent,
gehandhaafd moet blijven. Waar de in raadszetels uitgedrukte
meerderheid van de commissie zich uitsprak voor handhaving van
dit gebed, toch bleek er bereidheid - omwille van het nastreven
van een voor elke politieke fractie aanvaardbare oplossing - een
H nader onderzoek in te stellen naar een eventuele alternatieve
tekst, die voor een ieder acceptabel zou kunnen zijn.
In de vergadering van de Commissie Algemene Bestuurlijke Aangele
genheden en Middelen d.d. 12 februari 1992 bleek, dat noch ons
college, noch een lid van de commissie, erin waren geslaagd om
een andere tekst te vinden, die aan voornoemd uitgangspunt zou
kunnen beantwoorden. Om die reden hebben wij, met inachtneming
van de opvattingen van de commissieleden en met de door hen
geadviseerde aanvullingen en verbeteringen, in het Reglement
wederom het ambtsgebed bij de opening en sluiting der vergadering
opgenomen
Ons college realiseert zich, dat met handhaving van dit gebed
niet ten volle aan ieders overtuiging recht wordt gedaan, doch
wij zien momenteel geen oplossing, die voor alle leden van uw
raad aanvaardbaar is.