3
vernieuwingen, meer dan wij wenselijk vinden. Hij merkt op dat men op bestuurlijk niveau al een
onderscheid gaat maken tussen hele grote steden, steden en al de andere bestuurlijke eenheden. Hij
vindt dat niet zo verstandig. Hij denkt dat het veel verstandiger is om op basis van samenwerking
binnen de regio's tot positionering te komen en dat het duidelijk is dat de provincie mogelijk een
andere positie gaat vervullen. Het college is in ieder geval nog niet zo ver dat het vindt dat de
provincie maar opgeheven moet worden om op regionaal niveau de oplossingen te creëren. Als
men ziet hoe moeizaam er op regionaal niveau tot oplossingen gekomen wordt op terreinen van
volkshuisvesting, planologie, milieu en noem maar op. Hij waagt het daarom te betwijfelen dat
wanneer de provincie opgeheven is, en het centrum zal komen te liggen bij een stad, alles dan tot
een betere aanpak zal komen. Met de problematiek om tot sanering van industrieterreinen van hele
grote steden te komen gaat hij akkoord. Maar naast Breda zijn er ook nog steden als Etten-Leur
en Oosterhout die ook industrieterreinen hebben en daar ook voor in aanmerking komen, etc, etc.
Als het opheffen van de provincie synoniem moet zijn aan het centrum leggen bij alleen de hele
grote stad en vanuit de grote stad alles benaderen, dan maken we geen stappen in de goede
richting. Als we ons daarnaast realiseren dat er sprake is van ontwikkelingen in de zin van
landsdelen creëren, dan denkt spreker dat het heel onverstandig is om nu provincies op te heffen
en aan de andere kant te moeten constateren dat het wenselijk is dat provincies als Brabant,
Limburg en Zeeland, gezien de grote problemen, intensiever moeten samenwerken. Hij constateert
dat er een polariserende houding aan het ontstaan is vanuit de grote stad naar de provincie. Op die
wijze praten over bestuurlijke vernieuwingen is in ieder geval naar zijn mening absoluut geen
gangbare weg. Problemen van grote steden zijn er. Er zijn ook problemen in landelijke gebieden
en die hebben ook aandacht nodig. Hij denkt dat daar de provincie een hele duidelijke taak en
positie in kan vervullen. Nogmaals de wijze waarop op dit moment de stellingen betrokken
worden, zonder dat andere besturen daarbij betrokken zijn, vindt hij niet de meest wenselijke. Hij
hoopt dat wat betreft onze regio de grote stad Breda, samen met de andere en kleinere gemeenten,
tot een samenwerkingsidee komt en dat ook bespreekbaar maakt met de provincie. Zeggen dat de
provincie alles frustreert vindt hij een erg goedkope benadering. Het op regionaal niveau vorm
geven aan de samenwerking verloopt zo moeizaam dat er eerst op bestuurlijk niveau binnen deze
regio het nodige verzet moet worden. Daar ligt een taak voor bestuurders van zowel grote als van
kleine gemeenten. Daarnaast kan men met de provincie praten over de wenselijke ontwikkelingen.
De heer WILLEMSEN begrijpt niet waarom het verzoek onder q. op de agenda is geplaatst. Het
is niet ter inzage gelegd, verwezen wordt naar een ambtelijk medewerker, en het college kan het
verzoek afwerken conform het vastgestelde puntensysteem.
De heer J. VAN GILS heeft zich gestoord aan het feit dat de brief weliswaar gericht is aan de
raad maar hij heeft niet voor de raadsleden ter inzage gelegen. Iedereen die een brief richt aan de
raad moet weten dat men daarmee in de openbaarheid treed, een beroep op privacy vindt hij
daarom onterecht. Hij, als raadslid, kan nu niet beoordelen of het college terecht zelf deze brief
afhandelt; hij kent de inhoud niet en hij kent de afzender niet.
Wethouder ROPS stelt voor deze brief na afloop van de openbare vergadering in beslotenheid met
alle raadsleden te bespreken.
Met uitzondering van de brief onder q. wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 33e BEGROTINGSWIJZIGING 1992
MET BETREKKING TOT AANPASSING VAN DE GEWONE DIENST.
De heer J. VAN GILS dankt het college dat het op zijn verzoek heeft willen reageren door het
vaststellen van tussentijdse begrotingswijzigingen in deze vorm. De garantie voor het fotoboek
Nieuw-Ginneken 50 is daarin al verwerkt, dat mag naar zijn mening pas als van die garantie
gebruik is gemaakt. Hij mist daarin de gewijzigde financiering van het peuterspeelzaalwerk die in