5
De heer GEERTS informeert naar de stand van zaken van de besprekingen met de woningbouw
vereniging Sint Laurentius. Lukt de A.B.C.-formule nog voor 1 januari 1993?
De heer MARTENS heeft dezelfde vraag. Met het voorstel wordt ingestemd. Eerdaags heeft de
gemeente weer een overleg met de woningbouwvereniging. In dat verband vraagt hij wat er met
de openstaande plaatsen gebeurt; hij heeft begrepen dat de woningbouwvereniging die niet
overneemt. Hoe moet dat op termijn. Het bevreemdt hem dat gemeenten, die van meet af aan
goed meegewerkt hebben aan het decentralisatiebeleid, nu de rekening gepresenteerd krijgen en
gemeenten die een afwachtende houding hebben aangenomen nu vrijuit gaan.
Wethouder ROPS antwoordt dat het in de bedoeling ligt de woonwagenstandplaatsen gelijktijdig
met de woningtoewijzing over te dragen aan de woningbouwvereniging. Op 4 januari 1993 vindt
een gecombineerde commissievergadering plaats waarin een en ander aan de orde komt. Het is
bekend dat er 4 lege standplaatsen zijn. Een 5e standplaats is tijdelijk bewoond geweest maar die
bewoner heeft de standplaats weer verlaten, waarschijnlijk door de sfeer die er op de woonwagen
locatie heerst. In het kader van het spreidingsbeleid is de gemeente verplicht 8 woonwagenstand
plaatsen, 1 op 1.500 inwoners, beschikbaar te houden. Leeg staande plaatsen mogen niet geamo-
veerd worden. Overigens wordt er wel een rijkssubsidie ontvangen om de kosten mee te
bestrijden.
De heer GEERTS stelt vast dat het in de commissie voorgestelde ABC'tje per 1 januari geen
doorgang vindt.
De heer J. VAN GILS reageert geschrokken op de mededeling dat de woningbouwvereniging
alleen de verhuurde standplaatsen overneemt. Wat is er geregeld voor het geval er nog twee
vrijkomen. Hij vindt dat hier de krenten uit de pap worden gepikt. Daar houdt hij niet van, de
gemeente moet wat meer voet bij stuk houden.
Wethouder ROPS antwoordt dat van teruggave van standplaatsen geen sprake kan zijn. Overigens
moet de gemeente tevreden zijn als de woonwagenlocatie wordt overgenomen in de staat waarin
deze thans verkeert.
De heer MARTENS legt uit dat het principe er op gebaseerd is dat de woningbouwvereniging
alleen bewoonde kavels beheert. Wordt er weer een standplaats bewoond dan wordt ook die
overgenomen.
De heer J. VAN GILS vindt dat maar een moeilijke situatie. Bij elke nieuwe bewoning moet een
nieuw contract met de woningbouwvereniging gesloten worden.
Wethouder ROPS antwoordt dat een en ander in het basiscontract wordt geregeld. Indien mogelijk
worden alle 8 standplaatsen overgedragen.
De VOORZITTER geeft als nadere toelichting dat de overdracht van woonwagenstandplaatsen niet
door alle woningbouwcorporaties wordt ervaren als krenten uit de pap. In de besprekingen met
WBV St.Laurentius wordt gestreefd naar een volledige overname, de haalbaarheid daarvan vervult
het college met zorg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
10. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE BOUWVERORDENING NIEUW-
GINNEKEN 1992.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.