- 5 -
de aanvang van die vergadering schriftelijk bij de burgemeester ingediend.
Deze doet het verzoek en de vragen zo spoedig mogelijk in afschrift aan de
leden toekomen. Het bepaalde in artikel 7 is voor zover mogelijk van over
eenkomstige toepassing.
3. De behandeling van een verzoek om toestemming, als in het tweede lid be
doeld, heeft plaats voordat met de behandeling van de agenda wordt begonnen.
4. Wordt die toestemming verleend, dan worden de vragen door het college, het
betrokken lid van het college of door de burgemeester dadelijk of indien dit
niet mogelijk is - en zulks ter beoordeling van respectievelijk het college,
het betrokken lid van het college of de burgemeester - in de volgende gewone
vergadering beantwoord
In het laatste geval plaatst de burgemeester de beantwoording van de vragen
op de agenda voor die vergadering.
Amendement
Artikel 19
1. Ieder lid kan tijdens de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp
een amendement, dan wel een sub-amendement indienen, dat op dat onderwerp
betrekking heeft.
2. Onder een amendement wordt verstaan een voorstel tot wijziging van de tekst
van een aan de raad ter vaststelling voorgelegd ontwerp-besluit en onder een
sub-amendement een voorstel tot wijziging van de tekst van een reeds inge
diend amendement
3. Een amendement en een sub-amendement moeten, met verwijzing naar dit arti
kel, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. Zij moeten zodanig
zijn geredigeerd, dat de tekst geschikt is om in het ontwerp-besluit te wor
den opgenomen
4. Een amendement en een sub-amendement kunnen slechts in de beraadslaging
betrokken wordenindien zij door tenminste één ander lid is mede-onderte
kend
5. Degene die een amendement of een sub-amendement heeft ingediend, krijgt des
gevraagd van de voorzitter gelegenheid om daarop een beknopte toelichting te
geven
6. In afwijking van het bepaalde in artikel 16, lid 1, kan de voorzitter aan de
beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp een instantie toevoegen,
voor zover zulks naar zijn oordeel voor de behandeling van een amendement of
een sub-amendement nodig is.
Motie
Artikel 20
1. Ieder lid kan tijdens de beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp
bij de voorzitter een motie indienen, welke op dat onderwerp betrekking
heeft
2. Onder een motie wordt verstaan een voorstel aan de raad om een uitspraak te
doen, een verklaring af te leggen, een oordeel uit te spreken, een wens te
kennen geven, een gevoelen kenbaar te maken, of het college van burgemees
ter en wethouders tot een doen of nalaten uit te nodigen.
3. Een motie kan mondeling of, met verwijzing naar dit artikel, schriftelijk
worden ingediend. Zij kan slechts in de beraadslaging worden betrokken, in
dien zij door tenminste één ander lid wordt ondersteund, respectievelijk is
mede-ondertekend
4. De voorzitter kan verlangen, dat een motie schriftelijk wordt ingediend.
5. Degene die een motie heeft ingediend, krijgt desgevraagd van de voorzitter
gelegenheid om daarop een beknopte toelichting te geven
6. In afwijking van het bepaalde in artikel 16, lid 1, kan de voorzitter aan de
beraadslaging over een aan de orde zijnd onderwerp een instantie toevoegen,