stemmen
Stemming over personen.
Artikel 25
Ieder lid, dat ter vergadering aanwezig is en zich niet ingevolge het bepaalde
in artikel 52 van de gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht deel
te nemen aan de schriftelijke stemmingen tot het doen van benoemingen, voor
drachten of aanbevelingen van personen.
Stemopnemers
Artikel 26
1. Indien naar aanleiding van een aan de orde gesteld onderwerp ingevolge het
bepaalde in artikel 55 van de gemeentewet schriftelijk moet worden gestemd,
wijst de voorzitter voordat tot stemming wordt overgegaan, uit de ter ver
gadering aanwezige leden twee stemopnemers aan.
2. De in het eerste lid bedoelde stemopnemers treden eveneens op als in dezelf
de vergadering, naar aanleiding van andere nog aan de orde te stellen onder
werpen, schriftelijk moet worden gestemd.
Artikel 27
1. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen benoemd, voorgedragen of
aanbevolen moeten worden.
2. Voor iedere stemming, als in het eerste lid bedoeld, wordt aan elk lid dat
zich niet van stemming moet onthouden één gewaarmerkt stembriefje uitge
reikt; het lid vermeldt daarop niet meer dan één naam.
3. Indien meerdere personen tegelijkertijd kunnen worden benoemd, voorgedragen
of aanbevolen, kan de raad, op voorstel van de voorzitter, besluiten dat
voor die stemmingen aan elk lid dat zich niet van stemming moet onthouden
slechts één gewaarmerkt stembriefje wordt uitgereikt.
Artikel 28
1. De stembriefjes worden in een stembus verzameld.
2. De voorzitter onderzoekt of het aantal stembriefjes gelijk is aan het aantal
leden dat, behoudens het bepaalde in artikel 52 van de gemeentewet, ver
plicht is zijn stem uit te brengen.
3. Als die aantallen niet gelijk zijn, wordt, nadat de stembriefjes ongeopend
zijn vernietigd, een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 29
1. De stembriefjes worden door de voorzitter geopend en voorgelezen.
2. De inhoud van de stembriefjes wordt door één der stemopnemers nagezien en
door de andere stemopnemer en de secretaris opgetekend.
3. Indien door onzekerheid over de inhoud van een stembriefje de uitslag van de
stemming naar het oordeel van de voorzitter en de stemopnemers niet met vol
strekte zekerheid kan worden vastgesteld, wordt een nieuwe stemming gehou
den
Artikel 30
Onverminderd het bepaalde in artikel 57, lid 2, van de gemeentewet, worden voor
het bepalen van de volstrekte meerderheid geacht niet aan de stemming te hebben
deelgenomen de leden, die stembriefjes hebben ingeleverd:
a. die zijn ondertekend of niet behoorlijk zijn ingevuld;
b. waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij het bepaalde in artikel 27, lid
3, van toepassing is;
c. waarbij, indien het een benoeming uit een voordracht betreft, op een persoon
is gestemd die niet is voorgedragen;