2. Indien op de dag waarop het verzoek, bedoeld in het vorige lid, bij burge
meester en wethouders is ingekomen, meer dan een jaar is verstreken nadat
de omstandigheid bedoeld in het vorige lid, is opgetreden, gaat de in dat lid
bedoelde vermindering niet vroeger in dan een jaar voor de eerste dag van
de maand waarin het verzoek werd ingediend.
Overgangstoeslag
Artikel 76o
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt de overgangstoeslag toege
kend krachtens de in artikel 74, eerste lid, genoemde verordening geacht
krachtens deze verordening te zijn toegekend.
2. Met ingang van de dag waarop voor belanghebbende na 31 december 1962
recht op een lager bedrag aan algemeen pensioen, als bedoeld in artikel 45,
ontstaat of het recht op evenbedoeld algemeen pensioen vervalt dan wel
recht op een hoger pensioen anders dan krachtens artikel 57 ontstaat, vervalt
de overgangstoeslag of wordt deze op een zodanig lager bedrag vastgesteld,
als wanneer de omstandigheid die tot wijziging leidde reeds op 31 december
1962 aanwezig was geweest.
3. Het pensioen en de daarbij behorende overgangstoeslag worden als een
eenheid beschouwd, waarop de op het pensioen betrekking hebbende
wettelijke bepalingen van overeenkomstige toepassing zijn, met uitzondering
van artikel 57 en par. 2 van Hoofdstuk V van Afdeling II.
Pensioenpremie
Artikel 76p
Tot 1 januari 1970 wordt op de in artikel 59 bedoelde wedde of vergoeding 4,5
percent als pensioenpremie ingehouden.
Beroep en herziening (behoort bij Afdeling III, Hoofdstuk I)
Artikel 76q
In afwijking van artikel 72 is herziening van een in dat artikel bedoelde beslissing,
die is genomen met toepassing van de in artikel 74, eerste lid, genoemde verorde
ning, niet meer mogelijk nadat vijf jaren zijn verstreken sinds het tijdstip van
inwerkingtreding van deze verordening.