8 Artikel 76r 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: a. oude verordening: de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van Nieuw-Ginneken zoals deze luidde op de datum van inwerking treding van de 3e wijziging, vastgesteld bij besluit d.d. 30 maart 1976; b. nieuwe verordening: de Uitkerings- en pensioenverordening wethou ders van Nieuw-Ginneken zoals die met inbegrip van de 4e wijziging is komen te luiden; c. besluit: de verordening tot 4e wijziging van de Uitkerings- en pensi oenverordening wethouders van Nieuw-Ginneken; d. tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit: 7 september 1982. 2. Uitkeringen, wegens algemene invaliditeit voortgezet op grond van artikel 2a, lid 2, van de oude verordening worden, te rekenen van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, geacht te zijn voortgezet krachtens artikel 3, lid 2, van de nieuwe verordening. 3. Uitkeringen die op grond van artikel 3, lid 1, van de oude verordening zijn berekend met inachtneming van de kindertoelage van belanghebbende, worden met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit herberekend met inachtneming van artikel 4, leden 1 en 2, van de nieuwe verordening. 4. Uitkeringen, op grond van artikel 2, lid 1, tweede volzin, van de oude verordening toegekend aan gewezen wethouders, die bij hun aftreden minstens 50 jaar oud waren en minstens 10 dienstjaren hadden, worden, indien zij lager zijn dan 60 percent van de in artikel 4, lid 1van de nieuwe verordening bedoelde, zo nodig overeenkomstig lid 7 van genoemd artikel aangepaste, berekeningsgrondslag, verhoogd tot 60 percent voor de na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit resterende duur. 5. a. Uitkeringen, toegekend of toe te kennen uit hoofde van een aftreden vóór 1 januari 1979 en onderhevig aan korting wegens inkomsten als bedoeld in artikel 4 van de oude verordening, worden, voor zover het recht op uitkering op genoemd tijdstip niet is vervallen, te rekenen vanaf dat tijdstip herzien met inachtneming van artikel 5 van de nieuwe verordening. Deze herziening leidt niet tot terugvordering van betaalde uitkeringsbedragen of tot nabetalingen aan uitkeringen over tijdvakken, liggende voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit. b. Ten aanzien van uitkeringen, toegekend of toe te kennen uit hoofde van een aftreden voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, vindt het in artikel 18, lid 4, van de nieuwe verordening bepaalde inzake meetellen van uitkeringstij d voor pensioen geen toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 101