9
6. Het bepaalde inzake het meetellen van uitkeringstij d voor weduwen- en
wezenpensioen in de artikelen 21, lid 2, en 24, lid 1, van de oude verorde
ning blijft van toepassing in de gevallen waarin het aftreden is ingegaan voor
het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.
7. De bepalingen inzake vergelding van diensttijd met 3,5 percent voor pensi
oen, vervat in artikel 15 van de oude verordening, blijven van toepassing ten
aanzien van diensttijd, voorafgaande aan 1 januari 1979. Voor de vorming
van de periode van vier jaren, bedoeld in artikel 18, lid 1, van de nieuwe
verordening, wordt de in de vorige volzin bedoelde diensttijd mede in
aanmerking genomen.
8. Het bepaalde in de laatste volzin van artikel 2, lid 1, van de nieuwe veror
dening inzake de verkorte minimumduur van de uitkering is niet van
toepassing op degenen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit
besluit wethouder zijn.
9. Artikel 37 van de oude verordening inzake verdubbeleing van diensttijd voor
inbouw blijft van toepassing ten aanzien van diensttijd, liggende na het in
artikel 79 van de oude verordening bedoelde tijdstip van inwerkingtreding en
vóór 1 januari 1979.
10. Op grond van artikel III, lid 2, van de Wet van 5 juli 1979, Stb. 518, tot
wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers worden de in
de artikelen 42, 43 en 53 van de nieuwe verordening genoemde bedragen
met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit vervangen
naar de met een datum na 1 augustus 1976 doch voor evengenoemd tijdstip
van kracht geworden regelen, bedoeld in artikel 157 van de hiervoor
genoemde pensioenwet.
ARTIKEL 7
De artikelen 77, 78 en 79 vervallen.
ARTIKEL 8
Hoofdstuk III Slotbepalingen
Artikel 87 Citeerartikel
Artikel 87 wordt gelezen als volgt:
Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitkerings- en pensioenverordening
wethouders van Nieuw-Ginneken".