Artikel 8.
Verplichting tot bebouwing.
d. Als niet aan de gemeente toe te rekenen verontreiniging
wordt aangemerkt de aanwezigheid van stoffen waarvan de ge
meente op het tijdstip van de bezitsoverdracht niet een ver
ontreinigend karakter als bedoeld in deze bepaling behoefde
aan te nemen op grond van de toen in dit opzicht bestaande
gezaghebbende inzichten.
a. De koper is verplicht de grond te bebouwen met de in de ver
koopovereenkomst aangegeven bebouwing, welke naar gelang de
bestemming van de grond (een) woning(en)bedrijfsgebouw-
(en)kanto(o)r(en) of bijzondere- of andere nader omschre
ven bebouwing kan betreffen.
b. Binnen twee jaar na datum van het ondertekenen van de
notariële akte moet de op de grond te stichten bebouwing
voltooid en gebruiksklaar zijn; indien daartoe aanleiding
bestaat, kan deze termijn door Burgemeester en Wethouders
worden verlengd.
c. Zolang niet is voldaan aan de in lid b vermelde verplichting
mag de koper de grond niet zonder toestemming van Burgemees
ter en Wethouders in eigendom of in economische eigendom
overdragen, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of ver
pachten. Voor de vestiging van het recht van hypotheek is
geen toestemming nodig. Aan deze toestemming kunnen voor
waarden worden verbonden.
d. Het bepaalde in lid c is niet van toepassing in geval van
executoriale verkoop en van verkoop op grond van artikel
3:174 van het Burgerlijk Wetboek.
e. De in lid c bedoelde toestemming wordt geacht te zijn
verleend als de overdracht van de onderhavige grond ge
schiedt ter uitvoering van een tussen de in de verkoopover
eenkomst genoemde koper en diens wederpartij(en) gesloten
koop-/aannemingsovereenkomstwaarbij genoemde koper zich
tegenover die wederpartij verplicht, de in de koopovereen
komst genoemde en in de daarbij vermelde tekening nader
gedetailleerde opstallen te bouwen.
f. Het in dit artikel in lid e gestelde, geldt uitsluitend voor
de in de verkoopovereenkomst genoemde koper(s) en gaat niet
over op diens rechtsopvolgers en geldt slechts voor zover de
koper(s) met Burgemeester en Wethouders overeenstemming
heeft (hebben) bereikt over de aanvaardbaarheid van de
wederpartij(en) van de koper(s)
g. Indien na verloop van de in lid b genoemde termijn de be
bouwing niet voltooid en gebruiksklaar is, is de koper aan
de gemeente een schadevergoeding verschuldigd ter grootte
van 10% van de koopsom van de grond, onverminderd het recht
van de gemeente om de volledige nakoming van de bouwplicht
te vorderen.