i
I
Ook de heer H. VAN GILS wijst erop dat in de voorstellen van het D.B. stadsgewest geen ruimte
meer is voor deelname in de diverse commissies door gewestraadsleden. Die plaatsen worden
ingenomen door wethouders en burgemeesters. De betrokkenheid van het doorsnee raadslid
beperkt zich tot twee gewestraadsvergaderingen per jaar. Dat is hem te mager.
De heer POSTHUMA heeft geen behoefte aan herhaling van argumenten. Als met gewestraadslid
heeft hij niet het gevoel dat het voor de betrokkenheid van het doorsnee raadslid veel uitmaakt of
er volgens model A of B gewerkt wordt. Met enige terughoudendheid kiest hij daarom voor model
B omdat daarmee een grotere slagvaardigheid beoogd wordt.
De VOORZITTER zegt toe dat aan het stadsgewest een weergave van de gedachtenwisseling
binnen de raad zal worden gezonden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld waarbij wordt
aangetekend dat de fracties van Gemeentebelangen Bavel en Volkspartij voor Vrijheid en
Democratie geacht worden te hebben tegen gestemd.
6. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 6e WIJZIGING VAN DE "REGELING
STADSGEWEST BREDA 1990".
De heer H. VAN GILS merkt op dat dit voorstel niet is behandeld in de commissie Algemene
Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen.
Voor de besluitvorming blijkt dit geen beletsel. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
7. VOORSTEL TOT BENOEMING VAN DRIE LEDEN VAN DE BESTUURSCOMMIS
SIE OPENBAAR ONDERWIJS NIEUW-GINNEKEN.
De heer GEERTS uit kritiek op de lange tijdspanne welke ligt tussen het tijdstip van tijdelijke
benoeming en dit voorstel tot definitieve benoeming; anderhalf jaar. Een bestuursorganisatie als
deze moet toch veel waarde hechten aan legitimiteit.
Wethouder ROPS antwoordt dat hij deze kritiek al eerder heeft vernomen. Ook toen heeft hij
geantwoord dat de reden daarvan gezocht moet worden in de onrustige periode welke de openbare
basisschool in Bavel achter de rug heeft. Een periode van verhuizingen en dependances. Nu er wat
rust is gekomen is het juiste moment aangebroken de tijdelijke benoemingen in de bestuurscom
missie om te zetten in definitieve benoemingen.
De heer J. VAN GILS heeft in de commissie A.B.A.M. bij een aantal onderwerpen enkele
essentiële opmerkingen gemaakt. Hij vindt die niet terug in de notulen van die vergadering en
betreurt dat ten zeerste.
De VOORZITTER verduidelijkt dat niet de notulen maar de adviezen van de commissies in de
agendadossiers ter inzage liggen. Bij verschil van mening over vorm en inhoud van de adviezen,
waarin alleen de eindconclusie wordt weergegeven, moet daarover gesproken worden in de
commissie A.B.A.M..
De heer J. VAN GILS vindt het praktischer alleen notulen te maken, die tevens dienst doen als
advies anders ziet hij zich genoodzaakt in de raadsvergadering alles te herhalen.
4