De VOORZITTER zal op dit onderwerp terugkomen in de commissie A.B.A.M.. Bij het volgende
agendapunt zal blijken dat de behandeling van een voorstel in de commissie soms tot bijstelling
van het voorstel van burgemeester en wethouders kan leiden. Over de benoemingen onder c. en e.
van het voorliggende voorstel moet schriftelijk worden gestemd.
Als stemopnemer fungeren de heren J. en H. VAN GILS. Er zijn 14 geldige stembriefjes
ingeleverd. Onder c. zijn zowel op de heer A. Dekkers als de heer W. van Peski 14 stemmen
uitgebracht; onder e. zijn 14 stemmen uitgebracht op mevrouw A. van Eil-Burggraaf. Alle drie,
door de bestuurscommissie voorgedragen personen, zijn daarmee benoemd.
8. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR
NOODZAKELIJK GROOT ONDERHOUD VAN HET GEBOUW VAN OPENBARE
BASISSCHOOL DE KLOKKEBEI. PEUTERSPEELZAAL 'T KOTERKE EN 'T
WEITJE.
De advisering in de commissies heeft geleid tot een bijstelling van het collegevoorstel. Wethouder
ROPS licht een en ander toe. Daarnaast maakt hij melding van een foutje in de tekst van het
besluit; waar Kiekeboe staat vermeld moet 't Koterke staan.
Van de uit te voeren werkzaamheden 1 t/m 8 komt punt 8 te vervallen. Op diverse onderdelen is
een tweede offerte gevraagd. Een restbedrag uit het onderhoudsfonds 1992, 15.000, wordt
toegevoegd aan de begroting 1993 en aangewend voor dit groot onderhoud.
Met deze overheveling kan de heer MARTENS instemmen. Hij heeft echter bezwaar tegen het
aanwenden van ƒ.75.000, ten laste van de post nieuw beleid voor het uitvoeren van onder
houdswerkzaamheden. Hij vraagt zich af of het niet mogelijk is het tekort van 1993 ten laste te
brengen van 1994. Er wordt tenslotte jaarlijks een bedrag van het ministerie overgemaakt voor
onderhoudswerkzaamheden.
De heer VAN DE PUT vraagt hoeveel de tweede offerte oplevert ten opzichte van de eerste. Uit
de bijlagen bij de begroting wordt door hem opgemaakt dat voor onderhoud aan andere scholen
nog een bedrag staat gereserveerd van ruim 6 ton. Hij stelt voor een inventarisatie op te stellen
van nog uit te voeren onderhoud aan alle scholen; het college is verantwoordelijk voor het totale
onderwijs. Uit die inventarisatie kan worden afgeleid tot welk bedrag kan worden bijgedragen aan
de onderhoudswerkzaamheden die thans worden voorgesteld. Met voorgaande spreker verzet hij
zich tegen het aanwenden van middelen voor nieuw beleid.
De heer H. VAN GILS is voorstander van het uitvoeren van alle, in het voorstel genoemde,
onderhoudswerkzaamheden en daar niet ƒ.205.490, maar ƒ.285.725, voor uit te trekken.
De VOORZITTER geeft een toelichting op de financiële kant van dit voorstel. Het college stelt
voor ƒ.205.490, aangevuld met ƒ.15.000, is totaal ƒ.220.490, beschikbaar te stellen.
Met dat bedrag kan in een handeling het onderhoud adequaat worden aangepakt. Bij de opstelling
van de jaarrekening 1992 blijkt dat voor het onderhoudsfonds van deze school niet ƒ.2.940,=
over is maar 15.000,= Dit bedrag wordt volledig ingezet. Het college voelt er weinig voor
te putten uit de onderhoudsreserves van de andere scholen omdat het daarbij gaat om geoormerkte
bedragen. Daarmee zou de systematiek van het onderhoudsfonds worden doorkruist. Er wordt dus
vastgehouden aan de voorgestelde dekking. Ten aanzien van de post nieuw beleid wordt niet
beschikt over het totale bedrag van ƒ.75.000, maar over de budgetlasten daarvan; 8% rente en
4% afschrijving, samen 12% ofwel ^9.000, Er blijven dan nog voldoende middelen over
voor het in 1993 te voeren nieuw beleid. In de kadernota zal met deze inzet rekening worden ge
houden. Kosten vooruitschuiven naar het volgende jaar is begrotingtechnisch niet mogelijk.
Gedeputeerde Staten accepteren alleen een sluitende begrotingswijziging.