Namens alle fracties in de raad wordt door de heer H. VAN GILS een motie ingediend die als
volgt luidt:
De fracties van de V.V.D., C.D.A., Gemeentebelangen Bavel, P.v.d.A. en Leefbaarheid
Nieuw-Ginneken in de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken aanwezig;
kennis genomen hebbende van de "Hoofdlijnennotitie gemeentelijke herindeling Samen
werkingsgebied Breda" van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 6 april 1993 en
de daarop gegeven reactie van het college van Burgemeester en Wethouders van Nieuw-
Ginneken d.d. 20 april 1993;
overwegende, dat met het raadsbesluit van 10 december 1991 om het grondgebied van de
gemeente Nieuw-Ginneken in te zetten om te komen tot een landelijke grote groene
gemeente vorm en inhoud is gegeven aan het landelijke- en provinciale streven om
bestuurskrachtige gemeenten te vormen;
dat aan de omgekeerde bewijslast die voor Gedeputeerde Staten geldt ten aanzien van
initiatieven van onderop om tot samenvoeging van gemeenten te komen geen aandacht is
besteed;
dat met genoemd raadsbesluit de mogelijk bij de initiatiefnemende gemeenten Alphen en
Riel, Chaam en Nieuw-Ginneken te signaleren knelpunten op juridisch-bestuurlijk-,
sociaal-geografisch-, financieel-economisch- en ruimtelijk terrein worden weggenomen;
dat de gemeente met haar besluit van 26 maart 1991 als eerste gemeente in de stadsregio
Breda het proces van de alom nodig geoordeelde regionale samenwerking heeft onder
schreven;
dat bij een tweedeling van de gemeente Nieuw-Ginneken zoals die wordt voorgestaan in de
genoemde Hoofdlijnennotitie het personeelsaspect danig onder druk komt te staan, waarbij
nog komt de wetenschap dat een dergelijke deling van een gemeente in bestuurlijk
Nederland nog nimmer is vertoond;
doen aan de Raad het voorstel om in deze procedurele fase van de gemeentelijke
herindeling opnieuw uit te spreken, dat de komst van de landelijke grote groene gemeente
met alle kernen van de gemeenten Alphen en Riel, Chaam en Nieuw-Ginneken, met
inbegrip van de aanbeveling om daartoe ook te rekenen het grondgebied van de gemeente
Baarle-Nassau, een noodzaak is van de eerste orde en dat vervolgens de toedeling van
deze landelijke grote groene gemeente aan een Wgr-samenwerkingsverband alleszins
bespreekbaar is, maar tegelijkertijd aan de voorgestane komst van de nieuw te vormen
grote groene gemeente ondergeschikt behoort te zijn;
en nodigen het college van Burgemeester en wethouders uit om;
met voortzetting van de tot nu toe waargenomen inzet te blijven streven naar de
komst van deze landelijke grote groene gemeente in haar volle omvang;
deze motie ter kennis te brengen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, de
leden van de Commissie van advies en bijstand voor bestuurlijke organisatie uit
Provinciale Staten, alsmede aan de gemeentebesturen van Alphen en Riel en
Chaam.
Nieuw-Ginneken, 20 april 1993.