Wethouder VAN DE WESTERLAKEN heeft toevallig vorig week bij de provincie daar informatie over ingewonnen. Hem werd gezegd dat dit voorlopig concept aan belangenorganisaties is toe gestuurd. De gemeente speelt pas in een later stadium een rol. Maar welke rol? Hij vindt dat dit maar eens op een andere plaats behandeld moet worden. De heer VAN DE PUT is een verwoed krantelezer van o.a. De Stem. In dat verband vraagt hij uit te leggen waarom Breda het overleg staakt inzake de stadsregio, ook al is het een subtiel en link onderwerp. Zit daar iets achter en wie lost dat op? De VOORZITTER antwoordt dat er een stadsregionale studie is geweest waar bouwlokaties zouden moeten komen. Daar heeft Breda bij monde van wethouder Koekoek in geparticipeerd en deze heeft vervolgens met de uitkomst ingestemd. Dat akkoord is diezelfde dag door het voltallig college van Breda weer afgeschoten. Niettemin is dat het vertrekpunt. Nu speelt de Vinex nota. De vierde nota ruimtelijke ordening extra vindt dat bij de stedelijke knooppunten projecten aangedragen moeten worden. Daar zijn ook middelen mee gemoeid, miljoenen. Nu is Breda van mening dat met name voor de in te dienen projecten, in relatie tot het trendrapport dat uitgaat van een versnelde toename van het aantal te bouwen woningen, de bouwlokaties heroverwogen zouden moeten worden. De opvatting van het stadsgewest is dat de stadsregionale studie het vertrekpunt dient te zijn. Breda heeft daar nu zelf lijnen in gezet zonder dat de andere gemeenten daar actief bij betrokken waren. Dat is bestuurlijk niet zo breed gewaardeerd. Ik begrijp nu dat Breda bij Den Bosch hulp inroept. Dat is overigens heel boeiend want diezelfde stad heeft weieens gezegd: "Wij hebben in Den Bosch niets meer te zoeken". Dat is nog niet zolang geleden. Ik constateer dat maar, dat hoeft natuurlijk niet slecht te zijn. De gedeputeerde van ruimtelijke ordening zal nu moeten trachten om met de anderen te kijken op welke wijze het verder moet. Er moet serieus gekozen worden hoe je in deze regio de Vinex inhoud kunt geven. En dat moet in overleg gebeuren op basis van gelijkwaardigheid. De heer VAN DE PUT vraagt of het echt mogelijk is dat je in onze bestuurlijke verhoudingen gewoon kwaad wegloopt en daar ook nog zijde bij kunt spinnen. Hij dacht altijd, als iemand de vergadering verlaat hij het verhaal verloren heeft. De VOORZITTER wil er niet meer of minder over zeggen. Anderen moeten maar kijken of je er wel of niet garen bij kunt spinnen. Het is duidelijk dat het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken unaniem van mening is dat de stadsregionale studie het vertrekpunt is. Als er gesproken wordt over verdere aanvullingen of veranderingen of vinexprojecten dan vindt het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken dat men op basis van gelijkwaardigheid daar met alle gemeenten die daar mee te maken hebben over moet kunnen spreken aan een gezamenlijke overlegtafel. Die Vinex nota moet ingediend worden en die projecten moeten een breed draagvlak hebben. Ik denk dat men er verstandig aan doet dat breed te bekijken. Er is iets dat de heer VAN DE PUT teleurstelt. In de ABAM vergadering heeft hij daar om gevraagd. Hij was afgelopen weekend in Alphen en Riel en daar staan overal de grote groene gemeentevlaggen. In Ulvenhout en Bavel zijn ze nergens meer te vinden. De VOORZITTER antwoordt dat de vlaggen dermate goed hebben gefunctioneerd dat hier en daar scheuren zijn opgetreden. Het college heeft een paar weken terug besloten tot een nieuwe wijze waarop dat ingevuld gaat worden. Die vlaggen moeten er zijn. Er moet gevlagd worden. Veel belangrijker is natuurlijk dat de geest levend gehouden wordt waarbinnen wij de herindeling zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 298