een makelaarskantoor. Over de aankoop is een principe-akkoord gesloten, behoudens goedkeuring
door de raad en aansluitend door gedeputeerde staten. Na de stemming over dit onderwerp zal het
college zich morgen in verbinding stellen met het betreffende makelaarskantoor om de situatie van
dit moment te bespreken.
Wethouder ZWIJNENBURG bevestigt dit collegestandpunt. Overleg met verkoper op dit moment
is niet zinvol maar zal morgen plaatsvinden.
De heer J. VAN GILS weet uit de wandelgangen al een dag of vier dat er van C.D.A.-zijde een
ordevoorstel zou komen zoals vanavond door de heer Willemsen geformuleerd. Van het college
had daarom verwacht mogen worden dat er een vooroverleg met de makelaar had plaatsgevonden
zodat het college een antwoord zou hebben op de vraag of er wel ruimte is voor uitstel. Als dat
niet het geval is betekent aanvaarding van het ordevoorstel tevens dat de koop niet doorgaat.
De VOORZITTER antwoordt dat vooraf in de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden
en Middelen over dit onderwerp is gesproken waarbij 3 fracties zich positief hebben uitgesproken,
een fractie negatief heeft geadviseerd en een andere fractie zich van een advies heeft onthouden.
Het is niet passend, datgene wat men al dan niet verneemt in de wandelgangen te verwerken in het
beleid, zeker niet als daar divers over wordt gedacht. De raad is het platform waarop beraadsla
gingen dienen plaats te vinden en waarin de richting van het beleid wordt aangegeven. Door de
C.D.A.-fractie is een ordevoorstel tot verdaging ingediend. Voor de politieke helderheid is het
goed de gedachten daarover van alle fracties te vernemen. Gemeentebelangen Bavel, Partij van de
Arbeid en Volkspartij voor Vrijheid en Democratie hebben zich uitgesproken voor overleg vooraf
met de makelaar.
De heer VAN DE PUT vindt het vanzelfsprekend dat het college de volgende dag overleg voert
met de makelaar over de dan ontstane situatie. Voor dat moment is hij van mening dat de
voorzitter eerst het voorstel van orde in stemming moet brengen.
De heer POSTHUMA heeft er moeite mee nu zijn oordeel te geven over het ordevoorstel. Dat
oordeel is afhankelijk van het antwoord op de vraag of verkoper akkoord kan gaan met enig
uitstel. Is dat laatste niet het geval dan wordt bij aanvaarding van het ordevoorstel de facto beslist
dat de aankoop definitief niet doorgaat.
De heer WILLEMSEN is van mening dat aanvaarding van zijn voorstel van orde niet automatisch
hoeft te leiden tot het niet doorgaan van de aankoop; dat is maar een vooronderstelling van de
oppositie. Het ordevoorstel houdt in dat de beslissing op dit voorstel wordt uitgesteld tot de
vergadering van 14 september 1993. In de tussenliggende tijd moet een nieuw taxatierapport
opgemaakt worden door een onafhankelijk taxateur. Dat taxatierapport vormt dan een extra middel
om bij verdere onderhandelingen ingezet te worden.
Vóór het ordevoorstel spreken zich uit de leden van de coalitie - Van Gestel Martens, Van de
Put, Rops, Willemsen, Van de Westerlaken en Zwijnenburg - daartegen spreken zich uit de leden
van de oppositie - Bogmans, Geerts, J. van Gils, Paulussen, Posthuma en Van Yperen. Het
ordevoorstel is daarmee aanvaard en de behandeling wordt aangehouden tot 14 september 1993.
9. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN EEN STROOKJE GROND AAN DE HEER
G.W.A.M. STOOP. GROTE DRIES TE BAVEL.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.