10. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN 2 BOUWKAVELS IN HET BESTEMMINGSPLAN
DE BUNDER OOST AAN HET CENTRUM VOOR DIENSTVERLENING AAN
VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN "PIUSOORD" TE TILBURG.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
11. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR
HET GEBIED KRAAIJENBERG TE ULVENHOUT.
De VOORZITTER deelt mede dat naar aanleiding van dit voorstel recentelijk brieven zijn
ontvangen van de heren Van de Berg, Kemna en Scheepers. De inhoud daarvan zal betrokken
worden bij de totstandkoming van het bestemmingsplan en de beraadslagingen daarover. Voor
zover er raadsleden zijn die nu reeds op die brieven wensen in te gaan staat hen dat vrij maar de
VOORZITTER acht het beter, gezien de inhoud, daarmee te wachten tot de feitelijke behandeling
van het ontwerp-bestemmingsplan.
De heer VAN YPEREN verklaart dat hij voorstander is van het nemen van een voorbereidingsbe-
sluit omdat daarmee de bouw van een aantal premiewoningen mogelijk wordt gemaakt. De
medewerking van zijn fractie beperkt zich echter tot het scheppen van een mogelijkheid voor
toepassing van een artikel 19-procedure, uitsluitend voor de bouw van premiewoningen. Daarnaast
wordt door hem bezwaar gemaakt tegen de vorm/omvang van het voorbereidingsbesluit. Een
strook grond gelegen langs de Kraaijenbergsestraat wordt buiten het voorbereidingsbesluit gelaten
terwijl de daarachter gelegen gronden wel daaronder zijn gebracht. De particuliere grondeigenaren
in het betreffende gebied hebben naar zijn mening evenveel rechten als de projectontwikkelaar die
in dat gebied werkzaam is. Het geeft geen pas om de moeilijkheden die zich in dat gebied kunnen
voordoen op deze wijze te omzeilen. Het is planologisch zelfs onlogisch eerst een achterliggend
gebied te ontwikkelen en pas daarna het daarvoor gelegen terrein. Dat er een bepaalde fasering in
het ontwikkelen van dit gebied wordt aangebracht vindt spreker wel vanzelfsprekend.
De V.V.D.-fractie gaat bij monde van de heer PAULUSSEN akkoord met het vaststellen van een
voorbereidingsbesluit. Met name ook vanuit de dringende wens op korte termijn de realisatie van
sociale woningbouw mogelijk te maken. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan verzoekt hij
het college rekening te houden met de gerezen bezwaren tegen het realiseren van hoogbouw langs
het Hertespoor. Voor de bouw van seniorenflats moet binnen het plan een andere stedebouwkundi-
ge oplossing gevonden kunnen worden. Ook voor de vier grondeigenaren van percelen grenzende
aan de Kraaijenbergsestraat moeten gelijke mogelijkheden worden geschapen als voor het
aangrenzend gebied.
De heer POSTHUMA verklaart dat zijn fractie, P.v.d.A., kan instemmen met het voorbereidings
besluit onder de eerder in de commissie genoemde voorwaarden. Aan de omstreden bouw van
seniorenwoningen zal geen medewerking worden verleend ingevolge een art. 19 procedure. Hij
trekt in twijfel of het wel verstandig is de 4 particuliere percelen aan de Kraaijenbergsestraat op
dat moment bij het voorbereidingsbesluit te betrekken. Daarvoor is meer inzicht nodig in de
toekomstige verkaveling van het totale bestemmingsplan. Voorts is hem opgevallen dat in de
samenwerkingsovereenkomst wel bepalingen zijn opgenomen over de toekomstige gebruiksmoge
lijkheden als de exploitant kans ziet die 4 percelen te verwerven maar niets daarover als dat niet
mocht lukken. Spreker heeft daarom behoefte, in een volgende commissievergadering, om met het
college van gedachten te wisselen over de rechtspositie van die 4 grondeigenaren.
Op basis van de zelfde overwegingen als de voorgaande spreker wil de C.D.A.-fractie, bij monde
van de heer VAN GESTEL, de 4 particuliere percelen buiten het voorbereidingsbesluit houden.
Ook hij verzet zich tegen een mogelijke art. 19 procedure ten behoeve van de seniorenflats.
6