2
3In het tweede lid wordt het woord "weduwenpensioen"
vervangen door: nabestaandenpensioen.
G. De tekst van artikel 24 vervalt.
Het opschrift komt te luiden: Artikel 24 (vervallen)
H. Artikel 25 komt te luiden:
Artikel 25 Bijzonder nabestaandenpensioen
De man of vrouw, met wie een wethouder, gewezen of gepen
sioneerde wethouder gehuwd is geweest, heeft na diens
overlijden recht op een bijzonder nabestaandenpensioen,
mits
a. hij of zij recht op nabestaandenpensioen zou hebben
gehad, indien de wethouder, de gewezen of gepensio
neerde wethouder op de dag van het vonnis, waarbij
de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk
is uitgesproken, zou zijn overleden.
b. de onder a bedoelde dag ligt na 3 0 september 1971
en de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk
niet is uitgesproken met toepassing van het voor 1
oktober 1971 geldende recht, en
c. hij of zij niet als gevolg van hertrouwen met de
vroegere echtgenoot ter zake van dat overlijden
recht op nabestaandenpensioen verkrijgt.
I. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In lid 1 onder a ten eerste wordt het woord "wedu
wenpensioen" vervangen door: nabestaandenpensioen.
2. In lid 2 wordt na het woord "vrouw" toegevoegd: of
man
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Berekening van het
nabestaandenpensioen
2In het eerste en vierde lid wordt het woord "wedu
wenpensioen" vervangen door: nabestaandenpensioen.
3. In het tweede, derde en vierde lid wordt het woord
"weduwe" vervangen door: nabestaande.
K. Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Berekening nabestaan
denpensioen na 31 december 1985.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog
niet heeft bereikt en geen recht heeft op pen
sioen of tijdelijke uitkering ingevolge de
Algemene Weduwen- en Wezenwet, heeft tot de
eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd
bereikt recht op een toeslag op zijn volgens
artikel 28 berekende pensioen. Deze toeslag
bedraagt jaarlijks voor elke voor de berekening
van het nabestaandenpensioen tellend jaar twee
en een half procent van het tot een jaarbedrag
herleide bedrag genoemd in artikel 19, elfde
J.
2