6
zenpensioen
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. Indien een nabestaande recht heeft op een pen
sioen op grond van artikel 8, eerste lid onder
a van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, doch
geen van de in evengenoemde bepaling bedoelde
kinderen recht heeft op pensioen, wordt uitge
gaan van het bedrag van het pensioen dat geldt
voor degenen op wie artikel 19, elfde lid onder
a van genoemde wet toepassing vindt.
Y. Artikel 63 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Ingang nabestaanden- en wezenpensioen en tijdelijk
pensioen
2. In het eerste lid worden de woorden "weduwen- en
wezenpensioen" vervangen door: nabestaanden- en
wezenpensioen.
Z. Artikel 66 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Nabestaandenuitkering
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een
gepensioneerde wethouder wordt aan diens nabe
staande, van wie hij niet duurzaam gescheiden
leefde, een uitkering toegekend ten bedrage van
zijn pensioen over een tijdvak van twee maanden
(nabestaandenuitkering)Bij ontstentenis van
een nabestaande van wie de overledene niet
duurzaam gescheiden leefde, geschiedt de uitke
ring ten behoeve van minderjarige wettige of
natuurlijke kinderen van de overledene, of
minderjarige kinderen waarover de overledene de
pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouder
lij ke zorg wordt verstaan de zorg voor het
onderhoud en de opvoeding van het kind, als was
het een eigen kind, onafhankelijk van enige
verplichting daartoe of van het genieten van
een vergoeding daarvoor.
AA. In artikel 76 wordt het woord "weduwen" vervangen door:
nabestaanden
BB. In artikel 81, tweede lid, onder b, wordt het woord
"weduwe" vervangen door: nabestaande.
Overgangsbepalingen
Na artikel 85 worden de volgende artikelen toegevoegd.
CC. Artikel 86 Inwerkingtreding (le) wijziging.
De artikelen 9, 12, 13, 14, 23, eerste en tweede lid, 24,
25, 26, eerste en tweede lid, 28, eerste, tweede, derde
6