7 en vierde lid, 29, tweede, derde en vierde lid, 30, 31, 32, 33, tweede en vierde lid, 34, 35, eerste lid, 36, eerste en derde lid, 42, eerste lid, 43, eerste lid, 45, eerste lid, 47, tweede lid, 48, eerste lid, 49, onderdeel a en c, 63, eerste lid, 66, eerste lid met uitzondering van de invoering van het begrip minderjarigheid, 76, 87, 88, 89 en 90 zoals bedoelde bepalingen na de le wijziging zijn komen te luiden, werken terug tot 1 januari 1986. DDArtikel 87 Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 24 (overgangsbepaling bij de le wijziging) Alle pensioenen toegekend krachtens artikel 24 van deze verordening zoals dit luidde voor het tijdstip van inwer kingtreding van de le wijziging, worden, voor zover zij op dat tijdstip worden genoten, met ingang van dat tijd stip geacht te zijn toegekend krachtens artikel 23. EE. Artikel 88 Overgangsbepaling met betrekking tot het recht op nabestaandenpensioen (overgangsbepaling bij de le wij ziging) 1Er ontstaat geen recht op pensioen ingevolge de le wijziging, indien op de datum van overlijden van de vrouwelijke wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder in een overeenkomstig geval geen recht op weduwenpensioen of bijzonder weduwenpensioen zou zijn ontstaan ingevolge het overlijden van een mannelijke wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder 2. Het pensioen waarop ingevolge de le wijziging recht ontstaat in verband met een overlijden voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging wordt berekend als ware het recht ontstaan op de datum van overlijden. FF. Artikel 89 Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 40 (overgangsbepaling bij de le wijziging) Ten aanzien van de aanspraken op nabestaandenpensioen die ingevolge de eerste wijziging worden verkregen vangt de termijn van vijf achtereenvolgende jaren zoals bedoeld in artikel 40 niet eerder aan dan op de datum van inwerking treding van deze wijziging. GG. Artikel 90 Herberekening wezenpensioen (overgangsbepaling bij de zevende wijziging) 1. Indien ingevolge de eerste wijziging een nabestaan denpensioen of een bijzonder nabestaandenpensioen wordt toegekend, terwijl aan hetzelfde overlijden recht op wezenpensioen is ontleend, wordt het we zenpensioen herberekend. 2. Indien het nabestaandenpensioen of het bijzonder nabestaandenpensioen met terugwerkende kracht wordt toegekend en het wezenpensioen wordt herberekend, wordt het teveel betaalde wezenpensioen over de periode waarop de terugwerkende kracht betrekking heeft niet teruggevorderd. 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 356