Artikel 9.
Passendheids- Toewijzing van woonruimte geschiedt volgens de urgentievolgorde van
criteria woningzoekenden voorzover:
a. de woonruimte passend is naar verhouding van huurprijs en inkomen
volgens de als bijlage II bij dit reglement gevoegde passendheids
tabel huurprijs/inkomen.
b. de woonruimte passend is naar verhouding van woninggrootte/type
en gezinsgrootte/type volgens de als bijlage III bij dit reglement
gevoegde passendheidstabel woninggrootte/gezinsgrootte.
Artikel 10.
Passenheidsbeoor- a. Bij acceptatie van een toegewezen woonruimte wordt de passend-
deling bij accepta- heid van de toewijzing nogmaals beoordeeld aan de hand van de
tie alsdan door woningzoekende te verstrekken actuele gegevens.
b. Indien de toegewezen woonruimte als niet passend wordt beoor
deeld wordt de toewijzing, ongeacht de acceptatie ingetrokken en
kan woningzoekende geen enkel recht op de woonruimte doen
gelden.
Artikel 11
Beoordeling wei- a. Bij weigering van een toegewezen woonruimte door woningzoeken-
gering woonruimte de wordt de weigering beoordeeld door de woningbouwvereniging.
b. Indien de toegewezen woonruimte passend is volgens het in artikel
9a en b gestelde en de woonruimte bovendien voldoet aan de door
woningzoekende opgegeven wijk (dorpskern) wens, wordt de weige
ring als onterecht beoordeeld.
c. Woningzoekenden worden na een tweede onterechte weigering uit
het woningzoekendenregister uitgeschreven.
Bijzonder belang
Artikel 12.
a. In geval van bijzonder belang, kan woonruimte worden toegewezen
aan woningzoekenden die niet de hoogste urgentie hebben of niet
voldoen aan de passendheidscriteria volgens artikel 9a en b.
b. In geval van bijzonder belang kan woonruimte worden toegewezen
aan aanvragers die niet zijn ingeschreven in het woningzoekendenre
gister.
Voordracht bijzon
der belang
c. Onder een geval van bijzonder belang wordt in ieder geval verstaan
een aanvrager die vanwege de rijksoverheid een bijzondere status is
toegekend zoals rijksvoorkeurkandidaat, ROA-aanvragers e.d.
d. Een voordracht tot toewijzing als bedoeld onder a en/of b van dit
artikel kan door zowel de gemeente als door de woningbouwvereni
ging worden gedaan, evenwel met dien verstande dat slechts na
overeenstemming over de voordracht tot toewijzing kan worden
overgegaan.
3