Bovendien is hij van mening dat de vermogenspositie van Zwart-Wit zodanig is dat veranderingen van deze aard gemakkelijk uit eigen middelen betaald kunnen worden. De heer VAN YPEREN onderschrijft namens zijn fractie dit standpunt. Hij voegt daaraan toe dat Zwart-Wit de enige vereniging in Nieuw-Ginneken is die uit twee ruiven kan eten. Zij kunnen zowel naar Breda als naar Nieuw-Ginneken hun hand ophouden. Dat betekent dat zij daarin bevoordeeld zijn ten opzichte van andere verenigingen. Het beleid in Nieuw-Ginneken is er altijd op gericht geweest geen enkele vereniging te bevoordelen. De subsidiëring in Nieuw-Ginneken beperkt zich tot jeugdleden. Dat beleid moet duidelijk overgebracht worden. Tevens moet beleidsmatig vastgesteld worden aan welke voorzieningen geen medewerking verleend wordt om herhaling van soortgelijke subsidieverzoeken te voorkomen. Met het voorgestelde subsidiebedrag kan zijn fractie instemmen. De VOORZITTER verwelkomt de heer Geerts, die op dit moment ter vergadering komt. De heer VAN DE PUT betreurt de haast waarmee dit voorstel is gepresenteerd. Een zorgvuldige afweging van prioriteiten binnen de welzijnssector ontbreekt. Als het advies van V.B.Accountants is opgevolgd bestaat het fonds omslag grote werken niet meer en moet voor deze subsidie een beroep worden gedaan op de algemene reserves. Tenslotte is hij van mening dat de formule voor de berekening van het subsidie verkeerd is gekozen. Deze zou moeten zijn: 1/3 van de investering komt ten goede aan nieuwginnekense leden; dit is ƒ.26.000, x 113/412 (de factor jeugdleden) ƒ.7.131,07. Zonder de discussie in de commissie Welzijnszaken te herhalen verklaart de heer MARTENS dat zijn fractie akkoord gaat met het voorstel. Hij verbindt daaraan de voorwaarde dat ook de gemeente Breda tot subsidiëring van een bedrag van ƒ.26.000, besluit. De VOORZITTER antwoordt dat het fonds Algemene Reserves per 1 januari 1994 in werking treed. Het advies van V.B.Accountants is verschenen op een moment dat de begroting 1993 al volop in bewerking was. Het is dus terecht dat daarover thans in dit voorstel wordt beschikt. Wethouder ROPS antwoordt dat hij afgelopen week nog een kijkje heeft genomen in het clubhuis van Zwart-Wit. Men heeft nu zijn zaken prima voor elkaar. In het verleden was dat wel anders omdat men toen elkaar nauwelijks kon verstaan door het lawaai van de verwarming. De verande ring van de E.H.B.O.-ruimte en het bijmaken van toiletten waren ook hoogst noodzakelijk. Van een luxe-investering is daarom naar zijn mening geen sprake. Het is juist dat deze club over een riante vermogenspositie beschikt maar daar staan leningen tot een gelijk bedrag tegenover. Met de voorgestelde eigen bijdrage wordt alles weer in evenwicht gebracht. De rekensom die door het college is gehanteerd komt neer op het totale subsidiabele bedrag, voor Breda en Nieuw-Ginneken samen ƒ.52.000, Dat bedrag wordt vermenigvuldigd met de factor 113/412, de verhouding nieuwginnekense jeugdleden ten opzicht van het totale aantal jeugdleden. Van de zijde van Bredase wethouder De Bruin is te verstaan gekregen dat Breda tot een bedrag van ƒ.26.000, zal subsidiëren. Wat het subsidiebeleid van Nieuw-Ginneken betreft wordt alleen rekening gehouden met de jeugdleden. De heer VAN DE PUT blijft van mening dat de rekenmethode op hem gezocht overkomt. Met het bedrag kan hij uiteindelijk instemmen. Rest de heer VAN YPEREN de vraag hoe wordt omgegaan met de bijzondere positie van Zwart- Wit. Bij een vermogenspositie van ƒ.200.000, en een reserve voor groot onderhoud van ƒ.40.000, kan de heer H. VAN GILS deze vereniging bepaald niet armlastig noemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 417