ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Huisvestingsreglement
Toelichting bij artikel:
1Ingezetene:
De termijn van 2 jaar is opgenomen om te voorkomen dat aanvragers door enkele inschrij
ving in het bevolkingsregister als woningzoekende (categorie ingezetenen) ingeschreven
dienen te worden in het bevolkingsregister.
Economische binding:
Niet bepalend is of een aanvrager werkzaam is in de gemeente, echter de vestigingsplaats
van de werkgever. Een wijkverpleegster bv. die veelal in de gemeente werkzaam is, wordt
dus niet op grond van dat gegeven aangemerkt als economisch gebonden.
Inkomen:
de definitie is conform de richtlijnen van het Ministerie van VROM.
2. Geen toelichting.
3a. Met dit artikel worden toelatings-(inschrijvings)criteria geregeld, waardoor aanvragers van
buiten de gemeente worden afgeschermd, althans voor zover zij geen economische
danwel maatschappelijke binding hebben. Het opwerpen van hindernissen die een vrije
(regionale) vestiging van woningzoekenden belemmeren, is in strijd met de grondgedachte
van de Huisvestingswet, welke naar verwachting begin 1993 in werking zal treden.
Alsdan zal voor toepassing van deze toelatingscriteria ontheffing bij de provincie dienen te
worden aangevraagd.
3b. Aanvragers met dergelijke inkomens worden geacht zelfstandig voor huisvesting te
kunnen zorgdragen, zodat een beroep op de sociale huurwoningvoorraad wordt afge
schermd.
4. Geen toelichting.
4d. Het woningzoekendenregister zal door de woningbouwvereniging dienen te worden aan
gemeld in het kader van de Wet Persoonsregistratie. Voor verstrekking van gegevens
door de houder aan de gemeente is alsdan toestemming van de woningzoekende vereist.
5. De categorie ingezetenen wordt relatief bevoordeeld t.o.v. de categorieën economisch en
maatschappelijk gebondenen. Zij verdienen als eerste aanspraak te maken op woonruimte
in de gemeente. De categorie economisch gebondenen wordt vervolgens relatief bevoor
deeld t.o.v. de categorie maatschappelijk gebondenen. Niet-Ingezetenen zonder binding
worden uitgesloten. Met verwijzing naar de toelichting bij artikel 3a kan opgemerkt
worden dat deze uitsluiting alsmede de eerdergenoemde relatieve beoordelingen,
onderwerp van ontheffing door de provincie zullen moeten uitmaken, willen deze
restricties kunnen worden toegepast onder de huisvestingswet.
6. Geen toelichting.
7ab Indien dit van toepassing is, kunnen geen passendheidsbeoordelingen en adequate
urgentievaststelling plaatsvinden. Derhalve dient men niet van toewijzing van woonruimte
en dus voor inschrijving in het woningzoekendenregister in aanmerking te komen.