Onduidelijk blijft welke inbreidings- en intensiveringsmogelijkheden Breda
bezit. Die duidelijkheid is echter wel gewenst. (Ook de PPC, BMF en de
Yervoerregio vragen daarom). Uitgangspunt moet zijn dat intensivering en
revitalisering prioriteit hebben boven uitbreidingslokaties.
indien uitbreidingslokaties nodig zijn moeten deze geënt worden op de
stadsregionale hoofdstructuur.
De nota gaat daar ook van uit en kiest voor drie ontwikkelingsassen:
- de Oosterhoutse as
- de Ettense as
- de as Bavel-Dorst.
Met deze hoofdkeuze stemt de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken in, behou
dens de situering van de as Bavel-Dorst. De Oosterhoutse en Ettense as
kennen een hoofdinfrastructuur die regionaal vervlochten is met respectieve
lijk Oosterhout en Etten-Leur. De oostelijke as via Dorst kent die vervlech
ting ook met Rijen en Tilburg. Bavel ligt evenwel helemaal niet op een
infractructurele as. Derhalve moet als ontwikkelingsas niet over de Bavelse as
of de as Bavel-Dorst gesproken worden, maar eenduidig over de Dorstse as
(ook de Kamer van Koophandel pleit voor deze eenduidigheid).
Keuze uitbreidingslocaties
Oosterhoutse as
Deze as, gespannen tussen de centra Breda en Oosterhout, is het meest verstede
lijkt. Het is bijna continu stedelijk gebied met groene geledingen. Maximale
benutting van nieuwe lokaties hier ligt zeer voor de hand, zowel uit een oogpunt
van "stadsvorming" als voor de versterking van het draagvlak voor (H)OV-lijnen.
Ettense as
De Ettense as is in wezen een sterke regionale as, met auto(snel)weg en spoorlijn,
in feite de ruggegraat van West-Brabant. Daarom bevreemdt het dat Breda als
hoofdcentrum niet meer ontwikkeling zoekt in deze richting.
Dit bevreemdt temeer, daar aan deze zijde van Breda ook de internationale
hoofdas A16 Rotterdam-Antwerpen met relatief grote economische ontwikke
lingspotenties is gelegen.
Het knooppunt van de Ettense c.q. West-Brabantse as met de internationale A16-
as vormt het economisch meest kansrijke ontwikkelingsgebied van de stadsregio.
Met de Kamer van Koophandel is de gemeenteraad van Nieuw-Ginneken van
mening dat de ontwerp-regiovisie onvoldoende aandacht besteedt aan de ontwik
kelingsmogelijkheden van bedoeld gebied c.q. deze onvoldoende benut ten
behoeve van de versterking van het stedelijk knooppunt Breda als economische
motor in de regio.