De beraadslagingen gehoord hebbende zal de VOORZITTER er voor zorgen dat de opvattingen
van de raad verwerkt worden in de aan Gedeputeerde Staten te zenden brief. Er zijn aanvullend
nog enkele inhoudelijke argumenten aangeleverd. Deze zullen verwerkt worden in een nuancering
van de reactie op de te ontwikkelen as Bavel - Dorst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals hiervoor door de Voorzitter is verwoord.
18. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
De VOORZITTER deelt mede dat schriftelijke vragen zijn ingediend bij het college, namens
Gemeentebelangen Bavel ondertekend door de heer Geerts en betreffen uitbreidingsplan "Kraayen-
berg" te Ulvenhout. Deze vragen zijn ontvangen op donderdag 7 oktober 1993 tegen het eind van
de middag. Artikel 33 van het Reglement van Orde bepaalt dat schriftelijke vragen binnen één
maand schriftelijk beantwoord moeten worden. De heer Geerts heeft echter gevraagd deze vragen
nog tijdens deze vergadering te beantwoorden. Het college zal trachten daaraan te voldoen maar
zal daarnaast zorgen voor een adequate schriftelijke beantwoording. De vragen zijn in kopie
toegestuurd aan alle raadsleden.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN geeft een korte inhoudelijke reactie op de vragen. In juli
moest een planologisch kader geschapen worden om de bouw van sociale woningen veilig te
stellen. Inmiddels is de werking van dat voorbereidingsbesluit overgenomen door de ter visie
legging van een ontwerp-bestemmingsplan in augustus. Het ontwerp is eerst besproken in de
Provinciale Planologische Commissie en met een positief advies terugontvangen, behoudens een
opmerking ten aanzien van de seniorenwoningen. Vervolgens is het ontwerp besproken in de
commissie Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu. Tijdens die behandeling is uitvoerig
stilgestaan bij de te bouwen seniorenwoningen alsmede bij de positie van de 4 particuliere
grondeigenaren met percelen langs de Kraayenbergsestraat. Na behandeling heeft de commissie
VROM ingestemd met het in procedure brengen van het ontwerp-bestemmingsplan. Over de
woningen waar het nu om gaat is noch door de P.P.C. noch door de commissie V.R.O.M.
gesproken. Intussen is om allerlei redenen achterstand opgelopen in het procedureverloop. In de
overeenkomst die de gemeente heeft gesloten met de ondernemer is bepaald dat medio 1993
gestart zou worden. Het college vindt daarom dat langer oponthoud onverantwoord is. De bouw
van de woningen waarvoor nu een artikel 19 procedure is opgestart ontmoet geen bezwaren bij de
P.P.C. en ook niet bij de commissie V.R.O.M.,tenij het betreffende ontwerp-bestemmingsplan
ter visie ligt. Inmiddels is de vraag naar woningen geweldig gestegen en is het om procedurele
redenen onverantwoord de bouw van woningen in het plan Kraayenberg nog langer te vertragen.
In de schriftelijke reactie van het college zal uitgebreider op de verschillende vragen worden
ingegaan.
De heer J. VAN GILS vraagt op welke van de gestelde vragen dit antwoord betrekking heeft.
Wethouder VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat collega Zwijnenburg nader zal ingaan op
vraag 4. Zelf heeft hij aangegeven wat er in procedureel opzicht is verandert ten opzichte van het
voorbereidingsbesluit in juli 1993. Het ontwerp-bestemmingsplan ligt intussen ter inzage. Gelet op
de overeenkomst met de ondernemer wordt het stilaan tijd dat er gebouwd gaat worden.
Wethouder ZWIJNENBERG antwoordt dat het college toch enige zorg heeft gehad over de bouw
van sociale huurwoningen. Voor het eerst worden die gebouwd in een gebied waarvan niet de
gemeente maar een projectontwikkelaar eigenaar is. Heden is bericht ontvangen dat partijen tot
overeenstemming zijn gekomen. Rekening houdend met eventuele bezwaren tegen de hiervoor te
volgen art. 19 procedure gaat hij er toch vanuit dat de bouwvergunning voor deze woningen nog
in 1993 verleend kan worden.