die het nodig hebben, gebruik die contingenten anders. En uw initiatief, prima, doorgaan daarmee. Verkeer. Al jaren wachten we op een planmatige aanpak van de verkeersveiligheid. U zegt niet doen, nee, steeds naar de burger luisteren en dat uitvoeren. Heeft u geen visie ontwikkeld dan, met al die briefschrijvers door de loop der jaren heen? Dat zijn er heel wat, u heeft er volgens mij stapels. Daar moet visie uit te maken zijn. En wilt u dat niet planmatig aanpakken? Ons idee zou zijn om dat gewoon planmatig te doen en niet altijd ad hoe beslissingen te nemen, dat ligt ons niet zo. Dit jaar is met toestemming van de commissie VROM, en dan praat ik over de heer Van de Put, de heer Bastiaanssen, de heer Posthuma, de heer Henk van Gils, afgesproken dat we een stuk van het bedrag wat we gereserveerd hebben van die 50.000,-- zouden overhevelen naar het volgend jaar, voor wat grotere werken. Weet u nog wel? Dat was een prima besluit, onderstreept door allemaal, waar is dat in de begroting? Ik zie alleen maar 50.000,- staan en we hebben nog steeds over, en niet zoals het CDA zegt van we hebben het uitgegeven. Het laatste punt, MdV, de heer Zwijnenburg, de wethouder, brengt ons in verleiding. Die brengt ons in verleiding om openbaar vervoer te gaan gebruiken. Hoe doe je dat? Hoe zal die verleiding er uit zien? Ik ben reuzebenieuwd. Maar serieus, de voorlichting naar de burger moet een constante richting zijn, een richting van gebruik het openbaar vervoer, en het moet herhaald worden dat het er is, want lang niet iedereen is evengoed bekend met alle regelingen en dat wilt u beslist doen. U wilt beslist meer doen dan alleen het bericht dat de bus anders gaat rijden. Ik denk dat er in de voorlich tingssfeer best meer te doen is. En hoe zit het met die bushalte op de Kraaijenberg? U heeft met flankerend beleid beloofd een rijwielberging aan de Dorpsstraat op te richten. De heer VAN GESTEL: Houdt dat in, mijnheer van Yperen, dat u nu toch voor Kraaijenberg bent, want anders hoeven we geen bushalte te zetten. De heer VAN YPEREN: Het verband is mij niet helemaal duidelijk. De heer J. VAN GILS: Ik kan me voorstellen, mijnheer Van Gestel, dat u zich wat stoort. Ik heb uit uw algemene beschouwingen kunnen lezen dat uw fractie niet erg gelukkig is met de ontwikke lingen in de Kraaijenberg en ik denk dat dat waar is. Wij zijn daar ook niet gelukkig mee, maar u had dat anderhalf jaar geleden moeten bedenken. De heer VAN YPEREN: Daar zit ik dan met mijn bushalte in de Kraaijenberg. Het is dus niet de bedoeling dat de Kraaijenberg een bushalte wordt, dat is de essentie niet van mijn verhaal. Mijn verhaal is: zorg dat er bruikbaar openbaar vervoer komt. De VOORZITTER: Voor de goede orde, u heeft ook vorige maand er voor gepleit onder punt 1 van de motie, die breed is aangenomen, om adequate bouwinitiatieven te ontwikkelen. Daar mag u een conclusie uit trekken in de relatie van wat er wel of niet kan plaatsvinden. Ik denk dat dat voor de volledigheid hier toch vermeld moet worden. De heer VAN YPEREN: Ons gaat het om adequaat openbaar vervoer op die plaatsen waar het zinvol is. En daar hoort op een gegeven moment ook bij dat stuk flankerend beleid wat beloofd is. Een rijwielstalling bijvoorbeeld bij de Dorpsstraat. Dat zijn dan geen vier paaltjes met een klemmetje erop, dat is iets wat geregeld is, waar de mensen van weten, en daarmee kunnen we een hoop dingen oppakken die we momenteel laten liggen en dan hoeft dat geen uitvoerig geheel te zijn, het is iets wat leeft als je ver weg woont om bij die bus te komen. Ik denk dat we daar veel meer aan kunnen doen en als dat die verleiding van u is, prima, dan gaan we met u mee. De heer GEERTS: Ik heb, voordat ik begin, op wat dan heet mijn specifieke terrein toch een vraag naar aanleiding van de algemene beschouwingen van de fractie Leefbaarheid. De heer Van de Put heeft nogal wat filosofische opmerkingen links en rechts in zijn betoog verweven. Hij begint daar ook mee met een schitterende aanhaling van Adam Smith, een aanhaling waar we in het verleden al een keer op hebben gewezen met betrekking tot de aankoop van een bepaald pand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 651