De heer VAN GESTEL: U hebt vorig jaar gesteld, in verband met de drukriolering, dat het heel goed aannemelijk was voor de VVD om structureel de OGB onder andere voor die drukriolering met 6% te verhogen en u mag de notulen daarop nakijken. De heer H. VAN GILS: En wij zullen daar zeker bij gezegd hebben, dat kan ik me haast niet voorstellen dat ik dat niet gedaan heb, dat dan inkomsten en uitgaven ook zeker erg goed bekeken moeten blijven worden, alvorens we dit toestaan. Voorzitter, u heeft op een gegeven moment richting bestuurlijke perikelen gezegd, we kunnen eigenlijk als gemeente op dit moment niet al te veel. Wij zijn als VVD van mening, dat we, even los van alle bestuurlijke herindelingen en al dat soort zaken, ons eigen beleid moeten blijven voeren, zo lang als dat mogelijk is. U heeft dat een beetje afgezwakt van ja, maar we kunnen niet alles en zo, wij zouden u toch willen vragen om gewoon het beleid in het belang van Nieuw-Ginneken voluit voort te zetten. Richting wethouder Zwijnenburg, die het openbaar vervoer contra autoverkeer vergelijkt en daarbij naar mijn idee een grote fout maakt. Op zich is de VVD best voor goed openbaar vervoer en is best voor het terug dringen van het autoverkeer, maar dan moet het een wel meegroeien met het andere en als we dus én de hoeveelheid, het aanbod van openbaar vervoer, én de kwaliteit vergelijken met de andere mogelijkheden, fiets, auto, dan is daar bepaald geen evenwicht. En om dan te zeggen laten we dan het gebruik van autoverkeer maar op alle manieren tegenwerken, dat is wat ik bedoeld heb rich ting Nieuw-Ginneken naar Breda, de toevoerwegen worden steeds nauwer en moeilijker, dan denk ik dat dat niet in evenwicht met de groei of de bevordering van het openbaar vervoer is. Over de Roosbergseweg gaat wethouder Zwijnenburg op een gegeven moment in op de uitvoe ring, dat hij eigenlijk best bereid is om die uitvoering wat naar voren te halen, maar het probleem lag niet in de uitvoeringssfeer, maar lag duidelijk in de financieringssfeer, zoals mijn naamgenoot straks terecht aangaf. Op economische zaken, de opmerkingen die we daar gemaakt hebben, hebben we totaal onvol doende antwoord gekregen. U bent geen van allen ingegaan op denk ik de taak die u heeft, voorwaardenscheppend beleid naar ondernemers, naar werkgelegenheid, antwoorden nee, dat trok nergens op. Voorzitter, dan even één opmerking richting de heer Van der Wester laken, en dat doe ik dan heel ruim op het ruimtelijk ordeningsbeleid heeft hij hier en daar wat antwoorden trachten te geven, met name als hij het heeft over het bestemmingsplan buitengebied, de voortgang daarvan. Het is erg aardig om te weten hoe complex het is, maar ja, dat hebben wij zelf aange geven en dat weten we, gezien onze ervaring hier in de raad, natuurlijk ook wel, maar mijn constatering dat we na 3V2 jaar in wezen geen streep verder zijn, die staat recht overeind. De heer PAULUSSEN: Ik zal nog een paar puntjes belichten uit de opmerkingen, antwoorden en dergelijke. Ecologisch bermbeheer hoef ik waarschijnlijk niet meer toe te lichten, dat is al uitputtend behandeld. Ik wil wel graag in de richting van Gemeentebelangen Bavel zeggen, mijnheer Van Yperen, dat ik bij ecologisch bermbeheer ook bedoel verkeersveiligheid en sociale veiligheid, dat daar rekening mee wordt gehouden en dat het niet is zoals in Breda, dat je op sommige kruispunten niks meer kunt zien. Dus wat dat betreft zitten we op dezelfde lijn. De chemische onkruidbestrijdingsrapportage, mijnheer de portefeuillehouder, wachten wij af. We hebben dat rapport deze week in de bus gekregen en daarin staat dat de chemische onkruidbestrij- ding toch eigenlijk niet voor de hand ligt en beter gezegd verwerpelijk is. Misschien is dat strikt genomen ook wel zo, maar het is een geweldig kostbare zaak om alles met de hand te gaan doen, hoe je het dan ook doet, borstelen of verbranden, ook dat geeft niet voldoende oplossingen. Wij blijven van mening dat chemische onkruidbestrijding mogelijk blijft, mits je gebruik maakt van goed afgewogen systemen en zo weinig mogelijk milieubelastende middelen en die zijn er al, u kunt daar bij de chemische industrie navraag naar doen. Ik denk dat dat steeds beter zal worden. De uitvoering van het landschapsbeleidsplan, mijnheer de wethouder. U zegt dat daar een rapportage aan zit te komen. Dat zal wel zo zijn, maar die hadden we natuurlijk al veel eerder moeten hebben, om een inzicht te krijgen in de kosten, de omvang van de voorgestelde werken en de subsidiemogelijkheden, met name die subsidiemogelijkheden die er waren, ik zeg met opzet waren, omdat de subsidiestroom door de rijksoverheid steeds verder dichtgeknepen wordt, dus ik ben bang dat we aan het eind van het jaar, begin volgend jaar, niet eens meer aanspraak kunnen 27

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 656