Ik waag te betwijfelen of dat er toe zal leiden dat wij een hogere uitkering gaan krijgen. Met andere woorden, rondom het tarievenstelsel zou je daar mogelijkerwijs iets over mogen zeggen, maar nogmaals, u bepaalt wat u wilt. Alleen, ons probleem is natuurlijk, we hebben een behoorlijk voorzieningenstelsel, we willen nog het een en ander realiseren en dan moet je daar een evenwicht in zien te vinden. Bij de VVD, en dat wil ik zeker wegnemen, als er bij u een idee zou zijn ontstaan dat het college, wat passend is in het ontwikkelen van eigen creatief en actief beleid, omdat wij van doen hebben met processen als gemeentelijke herindeling, daar kan geen misver stand over bestaan dat dat zeker niet het geval is. Het blijkt ook niet uit de beleidsbegroting, het blijkt niet uit de investeringen die we van plan zijn te gaan ontwikkelen, het blijkt niet uit een aantal projecten die op stapel staan. Ik heb alleen gezegd, en onder andere met dat antwoord was u zeer content, rondom de vraagstelling van de automatisering, dat wij in een kader van verande ringsprocessen onze investeringen en financieringen van bepaalde activiteiten in die samenhang moeten durven bekijken en daaruit vind ik dat we dat iedere keer goed tegen het licht moeten houden, maar geen misverstand, ik denk dat juist nu we door moeten gaan om te zorgen dat deze gemeente, in welke nieuwe bestuurlijke structuur hij terecht gaat komen, dat die perfect er uit ziet. Dus die gedachte wil ik zeker bij u wegnemen. Dan uw opmerking rondom economische zaken, daar heb ik eigenlijk niets over gehoord van de portefeuillehouder. U weet dat ik deels verant woordelijk ben voor het economisch beleid als het gaat om de contacten naar de verschillende belangengroeperingen, de voorwaardenscheppende sfeer. Wethouder Zwijnenburg houdt zich dan met name bezig met de grondzaken. Ik voel me toch geroepen om daar duidelijk op te antwoor den. Ik denk dat het college heel duidelijk tracht een goed voorwaardenscheppend beleid te voeren. Wij hebben zelf een ondernemersoverleg geïnitieerd, met de middenstand een overleg geïnitieerd. Ik durf te stellen dat wij een goede loketfunctie hebben en een heel concreet voor beeld: gisteren is op bezoek geweest bij ons een startende ondernemer binnen deze gemeente. Om tien uur op bezoek en vervolgens in één sessie alle zaken rondom hinderwet, bouwvergunning, ontsluiting, APV-activiteiten, behandeld. Hij had nog een paar verdere verzoeken en die man ging weg en zegt, nou, dit was voor mij volstrekt nieuw, want dat heb ik nauwelijks of nooit meege maakt daar waar ik gefunctioneerd heb. Ik denk dat wij ook de maat en de schaal van een organisatie hebben die dat ook kan en wij proberen dat ook. Als het gaat om meerdere voorwaar denscheppende sfeer voor bijvoorbeeld het aantrekken van bedrijven, moet ik het in zoverre nuanceren dat wij een beperkte taakstelling hebben voor de opvang van bedrijven binnen onze gemeente. We hebben wel een taakstelling om de bestaande bedrijven, mits ze niet in een te hoge hinderwetcategorie vallen, adequaat te plaatsen, maar daarnaast, het verder stimuleren daarvan binnen onze gemeente, dat we daar zeer beperkt in zijn, dat is niet anders. In relatie met de opmerking van het bedrijf Kompak, dat is een heel interessant voorbeeld, het bedrijf had mogelijkerwijs naar een ander type industrieterrein kunnen gaan gezien zijn hinderwetcategorie, anderzijds vanwege zijn arbeidspotentie en historische binding wilde men toch graag hier blijven. Dat is in ieder geval goed opgelost. En dan zou ik zeggen, laten we ook proberen wat pragmatisch er mee om te gaan en als u aanwijzingen heeft dat wij zaken soms niet goed aanpakken, dan hoor ik dat graag. Het tijdig betrekken van bedrijven bij beleid waar ze zelf ook mee van doen hebben, dat kan, maar dat moet wel evenwichtig en zorgvuldig plaatsvinden, omdat je anders een dreigende sfeer, een dreigende situatie kunt hebben dat de voorbereiding die je als overheid moet creëren doorloopt in datgene waar een bedrijf actief mee van doen heeft. Dat is ook een van de moeilijkste opgaven bij bijvoorbeeld public private partnership en kijk maar hoe moeilijk het dan is om met elkaar een bestemmingsplan in public private partnership te ontwikkelen. Dus, met andere woorden, voorzichtig zijn, ik neem goed nota van uw opmerkingen. Ik denk dat wij deels trachten zo te werken, niet alleen het college, maar ook onze ambtenaren. Men is over het algemeen buitengewoon klantvriendelijk in deze gemeente. Misschien zijn we wel eens te klantvriendelijk, te laagdrempelig, maar dat kunnen wij hier ook. Met andere woorden, laten we dat zo continueren. Niettemin wil ik gaarne met u nog eens in de commissie de kritiek wat nader doorexerceren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 661