NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 5 NOVEMBER 1993.
BIJLAGE ALGEMENE BESCHOUWINGEN:
De heer WILLEMSEN spreekt namens de fractie Christen Democratisch Appel Nieuw-Ginneken
als volgt:
Een keer in de vier jaar laten Algemene Beschouwingen zich kenmerken door een terugblik over
een langere periode dan een jaar. Het eind van een raadsperiode leent zich daar toe bij uitstek. De
afgelopen jaren zullen ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als een tijd van voorbereiding op de
gemeentelijke herindeling. Zo sterk zelfs dat waarschijnlijk vergeten gaat worden wat deze raad in
zijn geheel heeft bijgedragen aan een nog betere leefgemeenschap in deze mooie groene gemeente.
De afgelopen jaren zou je kunnen typeren als een "omzien in daadkracht". Want het is voor ons
klip en klaar dat dit College daadkrachtig en op een voortvarende wijze resultaten heeft geboekt en
dusdanige lijnen heeft uitgezet dat realisering ervan de komende periode gaat plaatsvinden.
Terecht wordt getracht om voor de gemeentelijke herindeling zoveel mogelijk binnen eigen
grenzen tot stand te brengen.
Gemeentelijke herindeling en bestuur.
Naar de toekomst is het duidelijk dat hier en daar eigen grenzen verlegd zullen gaan worden.
Enerzijds een constatering die berusting met zich brengt wanneer gekomen gaat worden tot een
grote groene gemeente, anderzijds een gegeven dat iedere inwoner van Nieuw-Ginneken hels
wordt als annexatie door Breda aan de orde komt.
Dit laatste heeft alles te maken met de manier waarop politiek wordt omgegaan met de vanuit de
basis ontwikkelde idee van een grote groene gemeente. Het CDA Nieuw-Ginneken durft in deze
dan ook te constateren dat standpunten over de gemeentelijke herindeling van eigen partijgenoten
in het College van Gedeputeerde Staten wars zijn van wat aan de basis leeft. Zij hebben een
opstelling die mensen/kiezers juist zo bevestigen in hun vooroordeel dat politiek onbetrouwbaar is
en de beoefenaren ervan maar hun gang gaan. Wat dat betreft gloort er overigens nog enige hoop
aan de horizon omdat enkele Statenleden van diezelfde partij wel gevoel hebben voor hetgeen zich
in kleinere leefgemeenschappen afspeelt.
Het gaat naar onze mening allang niet meer om de zaak van de herindeling zelf, maar om de
vraag wie van de bestuurders het sterkst is, de langste adem heeft of de beste lobby in huis heeft.
Er vindt al geruime tijd geen dialoog meer plaats tussen bijvoorbeeld de voorzitter van de
gemeenteraad van Breda en de omliggende gemeenten. Kennelijk vindt hij het niet interessant en
irrelevant te horen wat er leeft. Hij denkt het te weten en wacht met zijn collega in Tilburg tot de
WGR-indeling een feit is en de zaak in den Haag ligt. Met kracht willen we in deze benadrukken
dat eerst de gemeentelijke herindeling en dan pas de WGR-indeling plaats vindt. Een omgekeerde
volgorde is voor het CDA niet acceptabel.
Het is, meneer de voorzitter, toch echt onvoorstelbaar dat buiten alles en iedereen om bouwplan
nen worden voorbereid in het gebied tussen Bavel en Breda, op grondgebied van Nieuw-Ginne
ken, zonder enig overleg. Eveneens is het onvoorstelbaar dat Galder/Strijbeek in de plannen van
GS aan Midden-Brabant wordt toegewezen.
Het iszo zouden we nog wel even door kunnen gaan.
In wezen een herhaling van hetgeen tot nu toe al in alle toonaarden is geschreven en gezegd.
