PVDA
ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1994
Mijnheer de Voorzitter,
De gemeenteraadsverkiezingen zijn in zicht. Dat bleek duidelijk uit de inhoud van de gemeente
krant die afgelopen week werd verspreid. Vier van de vijf partijen gingen in hun bijdrage op de
een of andere manier in op de nu bijna verstreken raadsperiode, zij het dat de toonzetting niet in
alle artikelen dezelfde was.
Ook de PvdA heeft een deel van het artikel gebruikt voor een korte terugblik. Hoewel ik er vanuit
ga dat alle hier aanwezigen fervente lezers zijn van onze gemeentekrant, wil ik toch ook vanaf
deze plaats het onderwerp nog enige aandacht schenken. Het is er belangrijk genoeg voor.
Beschouwt u het maar als een poging om te voorkomen dat dezelfde fout volgend jaar opnieuw
wordt gemaakt.
De acht-zeven verhouding heeft niet goed gefunctioneerd.
Wanneer een college steunt op de kleinst mogelijke meerderheid ontstaat onherroepelijk de behoef
te om het aannemen van collegevoorstellen al in het coalitie-overleg veilig te stellen. Dat is
alleszins begrijpelijk, misschien ook niet laakbaar, maar het heeft wel negatieve bij-effecten.
De discussie in de raad wordt minder "open", soms zelfs wat krampachtig, standpunten van de
oppositie komen onvoldoende tot hun recht en de daar aanwezige deskundigheid wordt onvol
doende benut. Dat komt de kwaliteit van het bestuur zeker niet ten goede.
Het is niet de eerste keer dat dit wordt gesignaleerd. Halverwege deze raadsperiode hebben we
enkele malen met de toenmalige fractievoorzitters bij elkaar gezeten om de problemen te
bespreken en zijn er afspraken gemaakt die tot verbetering zouden moeten leiden.
Wij twijfelen niet aan de integriteit en de goede bedoelingen van de mensen die daar toen om tafel
zaten, maar we moeten wel constateren dat het niets heeft geholpen. Dat sterkt de PvdA-fractie in
de opvatting dat er een direct verband ligt tussen de acht-zeven verhouding en het moeizaam
functioneren.
Een andere consequentie van de krappe meerderheid is dat er teveel mensen bij voorbaat buiten
spel staan bij de verkiezing van wethouders. Er zitten op dit moment raadsleden in de oppositie
die wat ons betreft deel uit hadden mogen maken van het college; niet in de eerste plaats omdat
wij ze dat persoonlijk gunnen, maar vooral omdat het bestuur van onze gemeente daarmee aan
kracht zou hebben gewonnen.
Volgend voorjaar hebben we een nieuwe kans; we gaan er in ons optimisme maar vanuit dat die
beter zal worden benut.
MdV. Een onderwerp waar we ook niet aan voorbij kunnen gaan is de gemeentelijke herindeling.
Vorig jaar heb ik namens de PvdA-fractie met verontwaardiging gereageerd op het advies van de
commissie Schampers. Die verontwaardiging is bepaald niet minder geworden nu we inmiddels
het standpunt van Gedeputeerde Staten kennen.
Wij onderschrijven de noodzaak van gemeentelijke herindeling.
Wij hebben begrip voor het uitgangspunt dat grote steden voldoende mogelijkheden moeten
hebben om zich te kunnen ontwikkelen, maar dat in het verlengde daarvan de groei van de steden
tot dogma wordt verheven, waaraan vervolgens alle andere belangen ondergeschikt worden
gemaakt, dat gaat ons veel en veel te ver.
Ik zal nu niet inhoudelijk op de zaak ingaan; we hebben dat op andere momenten uitvoerig gedaan
en er is ook nog een begroting te behandelen. Ik wil wel zeggen dat de PvdA-fractie van mening
blijft dat de grote groene gemeente er moet komen, inclusief alle kernen van Nieuw-Ginneken.
Zolang er geen definitief besluit is genomen is er werk aan de winkel, met name voor de ver
tegenwoordigers van de landelijke partijen. Zij zullen hun contacten in Den Bosch en Den Haag
moeten benutten ten gunste van die grote groene gemeente.
De PvdA fractie zal daar zeker het nodige toe bijdragen.
24