X X X GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 16 november 1993, nummer 13; gelet op de artikelen 272, aanhef en onderdeel a, en 273 van de gemeentewet, alsmede op het Besluit gemeentelijke onroerende- zaakbelastingen mede gelet op het advies van de Commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen; BESLUIT VAST TE STELLEN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken -met uit zondering van ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfs matig geëxploiteerde cultuurgrond- twee directe belastingen geheven aeen gebruiker sbe las ting van degene die - naar de omstandigheden beoordeeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruikt; b. een eigenarenbe las ting van degene die bij het begin van het belastingjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2. Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door het hoofd van dat huishouden; b. gebruik door degene aan wie het gebruik van een gedeelte van een onroerende zaak is afgestaan, aangemerkt als gebruik door degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan; c. in geval van verschillende soorten feitelijk gebruik alleen het belangrijkste gebruik in aanmerking genomen. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aan gemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat op dat tijdstip een ander de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht was.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 735