7 Artikel 12 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen, bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb 1959, 301) en in de artikelen 58 en 61 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aan gewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen. Artikel 13 Vrijstelling invorderingsrente bij uitstel van betaling Ingeval op de voet van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze voor alle op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gerekend over de volledige looptijd van het genoten uitstel in totaal een bedrag van 50,-- niet te boven gaat Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Indien dit besluit wordt goedgekeurd vóór 1 januari 1994 is de inwerkingtredingsdatum de laatste dag van de maand waarin de goedkeuring is verleend, met dien verstande dat het tijd stip van de heffing krachtens deze verordening 1 januari 1994 is. 2. Indien dit besluit wordt goedgekeurd op of na 1 januari 1994 is de inwerkingtredingsdatum de achtste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat het tijdstip van ingang van de heffing krachtens deze verordening 1 januari 1994 is. 3. Met ingang van de datum van de heffing vervalt de "Ver ordening Onroerend-goedbelastingen 1992", vastgesteld op 10 december 19 91 en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 19 december 1991, nr. 198261, sedertdien gewijzigd met dien verstande dat zij van toe passing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in eerste, respectievelijk tweede lid, bedoelde datum van ingang van de heffing. 4Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Onroerende-zaakbelastingen 1994" Aldus ^«fëugest^Ld in zijn openbare vergadering van 23 november 1993 Voorzitter Secretaris FIN/AB/93-5697a.RDB

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 741