NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 23 NOVEMBER 1993.
Aanwezig:
de leden van de raad:
mevrouw F.W.M. Bogmans en de heren, C.G.M. Geerts, J.B.A. van
Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van Gils, B.C. Martens, F.L.M. Paulus-
sen, G. Posthuma, C.A.J. van de Put, J.A. Rops, W.Ch. Willemsen, P.
van Yperen, J.C. van der Westerlaken en B. Zwijnenburg;
Afwezig:
C.A. Bastiaanssen;
Voorzitter:
P.A.C.M. van der Velden;
Secretaris:
J.G. Coppens;
1. OPENING EN AANWIJZEN VOORSTEMMER.
De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed. Bericht van verhindering
is ontvangen van de heer C.A. Bastiaanssen. Bij loting wordt de heer Van de Put aangewezen als
voorstemmer.
2. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 12 OKTOBER 1993.
De vaststelling van de notulen van de vergadering van 12 oktober 1993 wordt aangehouden omdat
is gebleken dat niet alle raadsleden de notulen in concept hebben ontvangen.
3. INGEKOMEN STUKKEN.
Bij de overige wetenswaardigheden ligt het concept procedureschema voor de commissie- en
raadsvergaderingen 1994 ter inzage. De heer H. VAN GILS vraagt welk model zal worden
gevolgd.
De VOORZITTER stelt voor de verschillende mogelijkheden in de commissie Algemene
Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen te bespreken en het schema vervolgens ter vaststelling
in de Raad te brengen.
Ten aanzien van de overige ter inzage liggende stukken wordt besloten zoals op de agenda is
voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET OORDEEL VAN DE GEMEENTE
NIEUW-GINNEKEN OVER HET HERINDELINGSPLAN SAMENWERKINGSGEBIED
BREDA.
De concept-reactie van het college wordt door de fractie Gemeentebelangen Bavel volledig
onderschreven. De heer GEERTS is van mening dat het college er goed in is geslaagd de
argumenten voor vorming van een grote groene gemeente, inclusief alle kernen, op een juiste
wijze te verwoorden. In een uitstekende analyse wordt aangegeven dat de wijze waarop Gedepu
teerde Staten zijn omgegaan met het initiatief van de grote groene gemeente hemeltergend is. De
koppeling die daarbij wordt gelegd naar het functioneren van het openbaar bestuur en het
vertrouwen van de burgers is absoluut juist. Nadrukkelijk wordt beklemtoond dat de doorklinken-