te zijn. Om alle onduidelijkheden weg te werken stelt hij voor dit voorstel aan te houden tot de
eerstvolgende raadsvergadering dan wel daaraan een extra raadsvergadering te wijden.
De VOORZITTER vraagt of dit voorstel van orde steun vindt bij de overige leden van de raad.
De heren POSTHUMA en J. VAN GILS steunen dit voorstel maar verbinden daaraan de
voorwaarde dat dit uitstel er niet toe mag leiden dat de stichting haar werkzaamheden niet per 1
januari 1994 kan aanvangen.
Wethouder ROPS antwoordt dat de voorbereiding van dit voorstel in een stroomversnelling is
gekomen. Daarom zijn de opmerkingen uit de raad op enkele plaatsen terecht. Toch moet hij er
op wijzen dat de vrijwilligers, om zitting te nemen in het stichtingsbestuur, niet voor het
opscheppen liggen. Er is een advertentie geplaatst welke 7 reacties heeft opgeleverd. Allen hebben
zitting genomen in de nieuwe stichting. Daarnaast is het college erg blij dat twee personen uit de
bestuurscommissie zijn overgestapt in het stichtingsbestuur. De kritiek op een onvoldoende
spreiding van bestuursleden over de verschillende gebruikersgroepen kan hij daarom niet goed
plaatsen. Een en ander neemt niet weg dat hij bereid is dit voorstel op een aantal punten te herzien
en opnieuw te bespreken in de commissies Welzijn en ABAM. Hij houdt er echter wel aan vast
dat de stichting per 1 januari 1994 haar werkzaamheden moeten kunnen starten.
De VOORZITTER vraagt enige ruimte om binnen de goedkeuringsprocedure te bezien of
verdaging tot de eerstvolgende raadsvergadering mogelijk is dan wel of er een extra raadsvergade
ring en dito vergadering van de commissie Welzijn moeten worden belegd. De portefeuillehouder
zal tussentijds de verschillende opmerkingen verwerken en bespreken met het stichtingsbestuur in
oprichting. Zowel het college als de raad gaan er van uit dat een en ander voor 1 januari 1994
geëffectueerd moet zijn.
Het voorstel wordt aangehouden zoals hiervoor is weergegeven.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor een korte koffiepauze.
Na heropening van de vergadering stelt hij aan de orde:
10. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN EEN STROOKJE GROND AAN DE HEER P.A.M.
VAN EIL. DORPSTRAAT 5 TE ULVENHOUT.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
11. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN EEN STROOKJE GROND AAN:
- F.P.A. VAN DER WESTERLAKEN. HEINING 2 TE BAVEL:
- M.J.M. BASTIAANSEN- HEINING 4 TE BAVEL:
r A.A. TELDERMAN. HEINING 6 TE BAVEL.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
12. VOORSTEL DEEL TE NEMEN AAN HET PROJECT ZUIDELIJK STROOMGEBIED
DE MARK EN DAARTOE EEN CONVENANT AAN TE GAAN.
De heer POSTHUMA wil bij dit positieve voorstel een korte opmerking plaatsen. De problema
tiek rechtvaardigt een brede inzet, die grensoverschrijdend is. Aan de projecten 1 en 8 wordt hoge
prioriteit toegekend, zij zullen in 1994 worden aangepakt. Het convenant geeft aan dat de