De heer H. VAN GILS: Voorzitter, als het inderdaad maar een
klein stukje is, dan heb ik daar geen probleem mee, maar als
het inderdaad het hele perceel is exclusief de parkeerplaats,
dan zit daar theoretisch nog mogelijkheid om daarop te gaan
bouwen
De VOORZITTER: Ik geef u het antwoord op basis waarvan we de
zaken doen en het gaat om een totaal van 3700 meter, bebouwd
2800, en wat dan resteert is helder en dat is exclusief de
parkeerplaatsen
De heer J. VAN GILS: Ja, dan betreft het denk ik wat houtwal
len langs de Schoutenlaan, langs het Hof en een heel klein
stukje gras, denk ik, langs de Schoolstraat, het groene ge
deelte
De heer VAN GESTEL: Toch nog even op dat punt terugkomend dan.
In de nieuwe structuurschets, de nieuwe planning van de kom,
daar staat op de hoek van dat perceel een gebouw gepland. Als
we dan met het bestemmingsplan in de hand de Stichting de
ruimte kunnen laten, daar ligt de Dr. Deken Dirckxweg, die
wordt daar verplaatst, de as wordt verlegd en dan komt er
ruimte vrij om een gebouw te plaatsen. Maar goed, dat is punt
een. Ik heb de wethouder gevraagd hoe hij de verstrengeling
opgelost heeft. Ik wil mijn excuus maken over inwisselen voor,
maar ik heb ook gezegd met alle respect voor die mensen.
Wethouder ROPSVoorzitter, de stichting heeft dus zelf met
die persoon gesproken en die heeft zich teruggetrokken. Als
administrateur zal hij nog wel gehandhaafd blijven, maar als
lid van de stichting dus niet meer.
De VOORZITTER: Ik krijg nu de precieze informatie. Het gaat om
de één a twee meter rondom het gebouwde gedeelte en eigenlijk
niet om de gazons, dus het beperkt zich toch heel duidelijk
tot het gebouw en wat daaraan ligt. Het is eigenlijk ook wat
de heer Van Gils nog aanvult en dat blijkt hier ook nog uit de
tekening. Dus ik denk dat daar geen problemen mee zijn, maar
ik vind het in ieder geval wel van die orde dat we daar even
adequaat naar moeten kijken.
De heer VAN DE PUT: Ik vind het toch te belangrijk om het te
laten gaan. Natuurlijk, mijnheer de wethouder, heb ik vertrou
wen in de financiële inzichten van een bestuur als van deze
stichting, daar gaat het niet om. Ik stel er toch prijs op om
te herhalen wat ik precies bedoel, dat subsidiabele instellin
gen in de toekomst eigenlijk, omdat u toch een financieel be
leid moet voeren, dat eigenlijk a priori voordat ze die dingen
op tafel gooien vanuit de financiële hoek van de gemeente aan
bestuurders wordt duidelijk gemaakt: denk er om, je kunt niet
voor onze ogen dicht een begroting op tafel gooien, want er
gaan heel moeilijke tijden komen en dan is dat zinvol zonder
dat je uiteraard der zaak het mandaat geeft aan degene die u
vertegenwoordigt in dat overleg, maar dat er dus heel duide
lijk hints worden gegeven, gegeven kunnen worden, zodat begro
tingen worden ingediend met in het achterhoofd we moeten ons