2. Voor de overig in de gemeente aanwezige horeca-inrichtingen
het maximaal aantal speelautomaten te bepalen op één. Hier
wordt uitdrukkelijk een behendigheidsautomaat (niet geld-
uitkerend) bedoeld.
Bbeperkende maatregelen ter voorkoming van gokverslaving:
1. Exploitanten moeten toezien dat er geen overmatig gokgedrag
plaatsvindt en dat per persoon gedurende niet langer dan
één uur op een kansspelautomaat wordt gespeeld;
2. Jeugdigen (tot 18 jaar) verbieden op kansspelautomaten te
spelen
3Ten hoogste één behendigheidsautomaat toestaan per inrich
ting in de zogenaamde "droge" horeca-inrichting (koffie
shops, broodjeszaken) en in de laagdrempelige horeca-in
richtingen (cafetaria's en snackbars);
4. Géén kansspelautomaten toestaan in horeca-inrichtingen voor
zover deze deel uitmaken van een sportcomplex, gemeen-
schaps- of buurthuis, danwel jeugdhonk;
5. Op kansspelautomaten dient d.m.v. stickers te worden ge
waarschuwd voor het risico van gokverslaving.
Chulp gokverslaafden:
De exploitanten van de kansspelautomaten dienen een finan
ciële bijdrage te leveren in de sfeer van de hulpverlening
aan gokverslaafden. De bijdrage wordt gerelateerd aan het
aantal kansspelautomaten.
Om dit beleid te effectueren en concretiseren is het in eerste
instantie onze bedoeling middels het sluiten van een convenant
met de automatenbranche en horeca-ondernemers en dit aldus
vastgestelde beleid vast te leggen in een door uw raad bekrach
tigde notitie. Het nadeel van een dergelijke constructie was
dat de status van zo'n convenant juridische draagkracht miste.
Een convenant bevat immers afspraken op basis van vrijwil
ligheid, die de ondernemers verplichten tot het naleven van een
aantal regels. De meerwaarde van een convenant is de medebe
trokkenheid van exploitanten en horeca-ondernemers. Zoals
verder in dit voorstel aan de orde zal komen is een convenant
niet de enige wijze om een speelautomatenbeleid te concretise
ren.
In de achterliggende periode hebben wij ons opnieuw beraden
over dit onderwerp, waar de samenleving steeds weer op voor
ieder persoonlijke wijze mee geconfronteerd wordt. Wij zijn dan
ook van mening dat wij de mogelijkheden, die ons door de
regelgeving worden geboden, moeten benutten om voor Nieuw-
Ginneken een beleid uit te zetten dat uitvoering kan geven aan
het eerder geschetste evenwicht.