anderzijds mag het automatenspel niet tot zodanige verliezen leiden dat kwetsbare groepen in de samenleving worden bena deeld. Er wordt beoogd dat er een evenwicht tussen deze twee ontstaat Standpunt regering/kamer De speelautomatenregeling in de Wet op de Kansspelen kent als centraal uitgangspunt de erkenning van de behoefte aan spelen, hetgeen ertoe leidt dat er voldoende op de vraag afgestemd aanbod moet zijn. De ervaring leert dat bij een vergaande beperking van het aantal speelautomaten de aanwezige vraag leidt tot een illegaal circuit, mede doordat de betrokken ondernemers de mogelijkheid voor een rendabele exploitatie van hun bedrijf in het gedrang zien komen. Het is van groot belang dat het aanbod van kansspelautomaten in het legale circuit blijft, om verschijnselen zoals fraude en andere met illegaal gokken samenhangende vormen van criminali teit te voorkomen. Inmiddels is er sprake van een tendens welke gesteund wordt door de jurisprudentie, dat gemeente het aantal kansspelautomaten per inrichting beperken. Gewaakt moet worden voor een te vergaande beperking, waardoor de uitgangspunten in het gedrang komen. Mochten de uitgangspunten in het gedrang komen dan kan het Ministerie van Economische Zaken een AMvB bevorderen, waarin een minimum aantal speelautomaten per inrichting wordt vastge steld. Een evenwichtig gemeentelijk beleid, waarbij met de verschillende belangen rekening wordt gehouden zorgt ervoor dat de toepassing van een dergelijk instrument achterwege blijft, met als gevolg dat de gemeente haar beleidsvrijheid op dit terrein blijft behouden. In april 1990 heeft de VNG een enquête gehouden onder de gemeenten over de gemeentelijke beleidsvrijheid op het terrein van de speelautomaten. Uit de beantwoording van de vragen is duidelijk geworden dat een groot gedeelte van de gemeentebestu ren waarde hecht aan hun huidige bevoegdheid om de aanwezigheid van kansspelautomaten in voorkomende gevallen naar aard en aan tal te kunnen beperken c.q. te verbieden. Destijds zijn de Tweede Kamerleden die betrokken zijn bij de overweging van het kansspelenbeleid op de hoogte gebracht van de enquête. De contacten met de fractiewoordvoerders van het CDA, PvdA, WD en D'66 hebben uitgewezen dat zij de wenselijkheid van de bestaan de gemeentelijke bevoegdheid tot vaststelling van het aantal kansspelautomaten in een bepaald soort inrichtingen, de zoge naamde laagdrempelige inrichtingen, onderschrijven. Onlangs is er in dagblad "De Stem" een artikel verschenen waaruit blijkt dat het kabinet, maar in meerdere mate de Tweede Kamer de noodzaak inziet tot het ondernemen van actie inzake speelautomaten (artikel "Kamer wil gokkasten verbieden").

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 824