7
weg. Van de zijde van de horeca is tijdens het overleg geen
afkeurende reacties vernomen. Wij hebben het uitblijven van
reacties uitgelegd als een instemming met het toentertijd
ingezette beleid.
Het voorstel van de V.A.N. voor het convenant was als volgt:
1. Maximaal twee speelautomaten in horeca zoals cafés, res
taurants. Hierbij is de keuze vrij tussen kansspel- of
behendigheidsautomaten (het betreft hier in feite de hoog
drempelige inrichtingen)
2maximaal twee speelautomaten, waarvan één kansspelautomaat
in de horeca zoals broodjeszaken, cafetaria's, koffieshops
(het betreft hier o.a. een belangrii k onderdeel van de
laagdrempelige inrichtingen)
3maximaal twee behendigheidsautomaten en geen kansspelauto
maten in sporthallen, sportkantines en buurt- en dorpshui
zen
De voorwaarden van de gemeente genoemd bij B, onder 1,2 en 5 en
C waren accoord (blz 2)
Verschil van mening tussen beide partijen:
Het verschil van mening tussen het nu voorgestelde beleid en
het voorstel van de V.A.N. betreft de vraag of al dan niet
kansspelautomaten in laagdrempelige inrichtingen moeten worden
toegelaten. Uit eerdere contacten met vertegenwoordigers van de
V.A.N. is begrepen dat het afsluiten van een convenant met de
VAN en de horeca slechts denkbaar is op basis van de door hen
geformuleerde uitgangspunten.
Met inachtneming van de huidige regelgeving en rekening houden
de met de belangen van de speelautomatenbranche en horeca
stellen wij u voor het speelautomatenbeleid aan te passen
middels vaststelling van de Verordening Speelautomaten Nieuw-
Ginneken(zie punt 9, blz 8)
Wij zijn van mening dat, gezien de aard/karakter van de laag
drempelige inrichtingen en gezien de resultaten van de gedane
onderzoeken, juist in de laagdrempelige inrichtingen geen
kansspelautomaten mogen worden toegelaten.
Met de overtuiging van de V.A.N. en de horeca dat de beperking
van de speelautomaten niet zover mag gaan dat het spelen en een
redelijke exploitatie onmogelijk wordt gemaakt wordt in onze
visie op dit voorgestelde beleid voldoende rekening gehouden.
Met dit beleid worden in de hoogdrempelige inrichtingen de
mogelijkheden van het kansspel voldoende verzekerd. Bij plaat
sing van speelautomaten in laagdrempelige inrichtingen, waar de
toegankelijkheid ook openstaat voor het jeugdig publiek,
bestaat bij onvoldoende toezicht kansen de ongewenst speelge-
drag, hetgeen de gokverslaving in de hand kan werken. De nieuwe
regeling zorgt er in ieder geval voor dat mensen (en met name
jeugdigen) in de laagdrempelige inrichtingen niet met gelduit-