De heer MARTENS verstaat onder groeimodel dat hier een eerste stap wordt gezet op weg naar
totale privatisering. Juist daarom is hij zo benieuwd naar de gedetailleerde uitwerking.
De heer J. VAN GILS heeft het gevoel dat die ene stap van de heer Martens de enige is die gezet
kan worden. Hij vraagt zich af of opheffing van de beheerscommissie echt leidt tot oplossing van
de problematiek waar de raad nu al drie jaar mee bezig is.
De heer GEERTS geeft aan dat ook de commissie BRAND geen voorstellen in de richting van een
oplossing van die problematiek heeft weten te formuleren. Hij verwacht dat het nog wel enkele
jaren zal duren voordat een oplossing zal zijn gevonden.
Wethouder ROPS deelt het pessimisme van de heer Geerts niet. Dat het lang heeft geduurd is juist
maar daar zijn aanwijsbare redenen voor. Hij geeft er de voorkeur aan eerst de bestuurscommissie
om te zetten in een beheersstichting. Dat kan wat hem betreft in één vergadering. Hij wenst
daarover wel een uitspraak van de raad. Overigens heeft de bestuurscommissie de bereidheid
uitgesproken nog een tijdje demissionair te willen functioneren. In de nieuw te vormen stichting
hebben afgevaardigden van de gebruikers zitting, liefst onder een neutraal voorzitterschap. Daarna
kan gewerkt worden aan de totstandkoming van een overkoepelende stichting. In die stichting
zouden ondergebracht moeten worden de centrale verhuur van banen, uniforme tarieven,
gezamenlijke inkoop, enz. Zaken die een voordeel opleveren wanneer die vanuit een overkoe
pelende stichting worden aangepakt. Daarnaast moet het duidelijk zijn dat de gemeente zich
terugtrekt op haar kerntaken. De verhuur van banen hoort hier niet thuis, dat moet op een
professionele manier geprivatiseerd worden. Zonder overkoepelende stichting is dat niet mogelijk.
Bij drie gelijke stichtingen kan men tot een overkoepelende stichting komen.
De heer VAN GESTEL vraagt of hij goed beluisterd heeft dat opheffing van de beheerscommissie
nu niet aan de orde is. Eerst zal een overkoepelende stichting gevormd worden.
De heer VAN DE PUT verbaast zich over het feit dat men al jaren niet uit dit probleem kan
komen. Dit probleem hoort niet op tafel van de gemeente te liggen maar het is waarschijnlijk zo
gegroeid. Het is heel begrijpelijk dat veel lof wordt toegezwaaid aan de leden van de commissie
ex. art. 61 van de gemeentewet. Wat hem betreft treden die leden toe tot het stichtingsbestuur.
Laat de raad in deze vergadering opdracht geven aan het college om goede statuten op te stellen;
met invloed van de gemeente. Door samenwerking is geld te verdienen, daarom is haast geboden.
Mevrouw BOGMANS herhaalt haar steun voor het voorstel van de heer J. van Gils om de
opheffing van de bestuurscommissie en de vorming van een stichting in één raadsvergadering te
behandelen.
De heer J. VAN GILS herhaalt zijn voorstel, bereidt de vorming van een stichting voor - welke
bevoegdheden van de raad worden overgedragen enz.. Nadat dit is gebeurd is er aanleiding om de
beheerscommissie op te heffen. Op dat moment moet ook duidelijkheid bestaan over de overkoe
pelende stichting en de bevoegdheden daarvan. Wil men tot eenvormigheid komen dan zal er voor
de sportaccommodaties in Bavel een stichting moeten komen. Als dat is gerealiseerd zal er bij de
twee andere stichtingen meer bereidheid bestaan samen te werken in een overkoepelende stichting.
De heer VAN GESTEL vraagt nu of de wethouder geen problemen heeft met de conclusies van
mevrouw Bogmans en de heer J. van Gils.
Wethouder ROPS kan daarmee instemmen mits de raad de besluitvorming straks niet terugdraait
in die zin dat alsnog wordt vastgehouden aan de bestuurscommissie als beheersvorm voor de
binnensportaccommodaties in Bavel.