3 wijze waarop ze dat willen uitvoeren. Hij vindt niet dat de overheid al te moraliserend moet optreden. Naar zijn idee heeft het college met dit voorstel het goede gewogen gemid delde gevonden. In een materie als deze zou een overheid zeker geen convenanten moeten aangaan met andere partijen, maar gewoon rechtstreeks een verordening op tafel leggen. Zijn fractie stemt in met het voorstel. De heer MARTENS refereert aan de vergadering van de commissie welzijn, waar een uiteenzetting werd gegeven door een verte genwoordiger van de V.A.N. Hij vindt het goede van dit voor stel dat, ondanks dat er wat afgedongen is op de eerder ge stelde voorwaarden, het een beleid is wat goed geënt is op de Nieuwginnekense situatie. Overigens is hij het op onderdelen eens met vorige sprekers. Zijn fractie kan instemmen met het 2-0-0 voorstel. De heer BASTIAANSSEN wijst op de erkenning van de Wet op de Kansspelen, gesteund door de jurisprudentie, waaruit blijkt dat de gemeente het aantal kansspelen per inrichting mag beperken. Zijn fractie kan instemmen met het voorstel, daar het voldoende tegemoetkomt aan een rendabele exploitatie en tegelijkertijd voldoende gelegenheid schept deze spelen te beoefenen. Hij vraagt zich af of een regionale afstemming op dit punt niet zinvol zou zijn. De VOORZITTER constateert dat een groot deel van de raad kan instemmen met de voorgestelde ontwikkeling van beleid. Alleen de fractie Gemeentebelangen Bavel heeft nog bedenkingen, ziet een zekere overloop plaatsvinden tussen de diverse horecagele genheden voor jongeren. In 1992 is inderdaad ook met de V.A.N. gesproken. Men stelde echter zeer expliciete eisen om tot een convenant te komen. Evenals de heer Van de Put is het college van mening daarin een eigen verantwoordelijkheid te hebben. Tevens werd de afgelopen jaren door diverse raadsleden uit drukkelijk kenbaar gemaakt dat er een terughoudend beleid zou moeten worden ontwikkeld. Dat heeft geleid tot de keuze van de 2-0-0 optie, met als achterliggend motief het aan banden willen leggen van de ontwikkelingen. Bovendien heeft hij uit eerdere uitspraken van de raad begrepen dat een convenant niet direct de voorkeur heeft. De voorzitter stelt voor om bijvoor beeld over een jaar de opgedane ervaringen in de commissie te evalueren. Naar aanleiding van de vraag van de heer Bastiaans- sen of het niet wenselijk is tot regionale afstemming te komen, merkt de voorzitter op dat in het lokale driehoeksover leg al eens over de mogelijkheden daartoe gesproken is. Feit is echter dat ieder gemeentebestuur hecht aan een eigen invul ling. Als voorbeeld noemt hij de stad Breda, die overigens ook met een wat andere problematiek te maken heeft. Regionale afstemming heeft zijn beperkingen, maar het is zeker de moeite waard om op termijn te bekijken of hier mogelijkheden voor zijn. Het college realiseert zich dat dit voorstel een ver trekpunt is van beleid en er zal goed bekeken moeten worden wat dat precies gaat betekenen. Er wordt kennis genomen van de opvattingen van Gemeentebelangen Bavel, maar gezien de menin gen van de andere fracties wordt met dit voorstel de knoop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 869