8
De heer J. VAN GILS beweert niet dat er geen verschil mag
zijn, maar vindt dat verschil hier wel erg groot, te meer
omdat, bovenop de te betalen grondprijs, nog een aantal werk
zaamheden door de gemeente moet worden verricht
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
11VOORSTEL TOT VERKOOP VAN GROND AAN PTT-TELECOM B.V. TEN
BEHOEVE VAN DE BOUW VAN EEN ZEND- EN ONTVANGSTINSTALLATIE
VOOR MOBIELE COMMUNICATIE AAN DE SEMINARIEWEG
De heer VAN YPEREN herhaalt wat hij in de commissie gezegd
heeft, omdat deze aangelegenheid zijn fractie bijzonder ter
harte gaat. Ten behoeve van het mobiele communicatienet van de
PTT zou er, volgens de PTT-computereen mast van meer dan 3 0
meter moeten komen naast het viaduct in de richting van de
molen in BavelDezelfde computer geeft aan dat dit de enig
mogelijke plek zou zijn. Zijn fractie gelooft hier niet in en
vindt dat we voor de gek gehouden worden. Hij vindt het ook
wel erg toevallig dat die plek juist een overhoekje is van de
rijksweg, in eigendom van de gemeente. Voor zijn fractie zijn
andere factoren belangrijk. De horizonvervuiling ter plaatse
grijpt zijn fractie meer aan dan het argument van het college
dat die mast daar moet komen. Een mast van 3 0 meter is niet
onoverkomelijk, maar naar zijn overtuiging hoeft het niet
precies op die plek.
Wethouder ZWIJNENBURG stelt dat zowel de heer Van Yperen als
hijzelf weet dat computers niet kunnen marchanderen. Hij
verwijst naar de commissievergadering, waar een deskundige
exact heeft uitgelegd hoe een en ander werkt. Veel commissie
leden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en de daar
gegeven antwoorden waren voor de commissieleden bevredigend.
Hij vindt het spijtig dat de heer Van Yperen niet in de gele
genheid was deze bijeenkomst bij te wonen. Hij had dan onge
twijfeld deze vraag niet hoeven stellen. Jammer genoeg kan
hijzelf de uitleg niet geven. Wel zijn de door de heer Van
Yperen in een eerdere commissievergadering gestelde vragen aan
de PTT-deskundige doorgespeeld. De benadering hiervan en de
uitleg hierover waren voor de commissieleden in ieder geval
bevredigend
De heer VAN YPEREN merkt nog op dat dan niet alleen de raad,
maar ook het college een rad voor ogen is gedraaid.
De VOORZITTER antwoordt dat dat wat moeilijk te beoordelen is
als je er zelf niet bij bent geweest.
De heer J. VAN GILS, die wel bij de commissievergadering
aanwezig was, vertelt dat er in zijn woonomgeving voortdurend
wordt gemeten door allerlei mensen met meetwagensHij trof
daar ook een meetwagen van de Grontmij aan en op zijn vraag
wat men daar moest meten kreeg hij als antwoord dat men de
mast aan het inmeten was. Volgens de aangesproken persoon