X X
X
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
De RAAD van de gemeente Nieuw-Ginneken;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 februari 1993, nr. 4;
gelet op de Wet van 24 april 1985, Stb. 266, de Wet van 29 mei 1985, Stb. 289,
de Wet van 12 december 1985, Stb. 734 en het Koninklijk Besluit van 9 december
1987, Stb. 558, alsmede op de Wet van 20 april 1988, Stb. 300;
besluit:
vast te stellen het navolgende Invoeringsbesluit Uitkerings- en pensioenverordening
wethouders van de gemeente Nieuw-Ginneken.
ARTIKEL 1
Voor de gemeente Nieuw-Ginneken wordt vastgesteld de Uitkerings- en pensioen
verordening wethouders overeenkomstig de inhoud van de model-uitgave van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (Supplement 1 - januari 1992, waarin de
5e en de 6e wijziging is verwerkt), van welke uitgave een exemplaar bij dit besluit
is gevoegd, een en ander behoudens het bepaalde in de volgende artikelen.
ARTIKEL 2
In artikel 1 vervalt voor de aanhef "1" en tevens vervalt lid 2.
ARTIKEL 3
In de aanhef van Hoofdstuk IV van Afdeling II Pensioenen wordt in plaats van
"Verval en Vervallenverklaring" gelezen "Verval".
ARTIKEL 4
Hoofdstuk II Overgangsbepalingen
Artikel 74 vervalt en wordt gelezen als volgt:
1. Behoudens het in dit hoofdstuk verder bepaalde wordt met ingang van 1
januari 1966 ingetrokken de "Verordening betreffende het toekennen van een
uitkering en van een pensioen aan gewezen wethouders der gemeente,
zomede van een pensioen aan hun weduwen en wezen", vastgesteld door de
raad der gemeente Nieuw-Ginneken d.d. 20 juli 1962, alsmede de "Verorde
ning, houdende beperking van de uitbetaling van de pensioenen van gewezen
wethouders der gemeente, zomede van de pensioenen van hun weduwen bij
gelijktijdige aanspraak op een pensioen krachtens de Algemene Ouderdoms
wet", eveneens vastgesteld op 20 juli 1962.
