Het recht op weduwen- en wezenpensioen (behoort bij Afdeling II, Hoofd stuk III, par. 1) Artikel 76d 1. Aan de weduwe, wier weduwenpensioen wegens een volgend huwelijk is geëindigd op grond van de in het eerste lid van artikel 74 bedoelde verorde ning, wordt op haar verzoek opnieuw weduwenpensioen toegekend indien dat huwelijk, anders dan door opvolgend huwelijk met rechterlijk verlof, wordt ontbonden. Indien haar ter zake van het latere huwelijk eveneens pensioen toekomt, hetzij krachtens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, hetzij krachtens een andere regeling, als bedoeld in artikel 44, lid 2, wordt het opnieuw toe te kennen pensioen berekend met overeen komstige toepassing van artikel 30 en artikel 44, lid 1, tenzij toekenning van een dezer pensioenen, waarbij het recht op het andere pensioen vervalt, tot een hoger bedrag leidt. De vorige volzin vindt overeenkomstige toepassing, indien de weduwe ter zake van het latere huwelijk recht op bijzonder weduwenpensioen verkrijgt. 2. Bij toekenning aan de weduwe van weduwenpensioen ingevolge het vorige lid wordt het wezenpensioen van haar kinderen, als bedoeld in artikel 32, lid 1, nader vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in dat artikel en met inachtneming van artikel 34, lid 2, indien artikel 30 overeenkomstige toepassing vindt bij berekening van het weduwenpensioen. 3. Het weduwenpensioen of de weduwenpensioenen en het nader vastgestelde wezenpensioen gaan in met de dag volgende op die van de ontbinding van het huwelijk. Herberekening van de pensioenen ingevolge de laatste volzin van lid 1 geschiedt met ingang van de dag, waarop het bijzonder weduwen pensioen ingaat of zou ingaan. 4. In afwijking van artikel 30 eindigt een ingevolge lid 1 opnieuw toegekend weduwenpensioen, indien de weduwe hertrouwt met een man, met wie zij vóór 1 januari 1966 reeds gehuwd is geweest, met ingang van de maand volgende op die waarin zij hertrouwt. Artikel 76e Indien krachtens artikel U 31a van de Algemene burgerlijke pensioenwet of een in strekking met dat artikel overeenkomende bepaling in andere pensioenwetten recht op pensioen bestaat en vóór 1 januari 1966 ter zake van een eerder huwelijk reeds recht op pensioen bestond krachtens de door de raad op grond van de wet van 1 augustus 1956 (Stb. 455) vastgestelde verordening, wordt laatstbedoeld pensioen met ingang van de dag, waarop eerstbedoeld pensioen ingaat, nader vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 30 en artikel 34, lid 2, en is voorts artikel 44, lid 1, van toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 96