XX GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
X
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken;
gelezen de circulaire d.d. 19-04-1994, nr. ARZ/402772 van het
Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA)
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1
december 1994, nr. 5
gelet op de betreffende bepalingen van de Ambtenarenwet;
BESLUIT
vast te stellen de navolgende verordening tot (le) wijziging
van de Uitkeringsverordening.
Artikel 1
Artikel 1, lid 1 komt als volgt te luiden:
1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder belanghebbende: de
gewezen ambtenaar aan wie ontslag is verleend:
a. op grond van artikel H 7 uit een betrekking waarin hij
tijdelijk was aangesteld, terwijl die aanstelling
minder dan vijf jaren heeft geduurd dan wel is geschied
in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard;
b. op een andere grond genoemd in hoofdstuk H van het Al
gemeen Ambtenarenreglement met uitzondering van artikel
H 12, mits dat ontslag niet op eigen verzoek is ge
schied en evenmin aan eigen schuld of toedoen is te
wij ten;
en die aan dat ontslag geen recht op een uitkering
ingevolge artikel H 6 kan ontlenen.
Artikel 2
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het zevende lid, onderdeel a, komt als volgt te luiden:
a. indien de belanghebbende ter zake van het ontslag recht
heeft op pensioen, berekend naar een algemene invalidi
teit van 80% of meer;
2. Het zevende lid, onderdelen b tot en met e, worden gelet
terd c tot en met f;
3. Het zevende lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. indien de belanghebbende bij de ongeschiktheidsver
klaring op grond waarvan het ontslag plaatsvond, her
plaatsbaar is verklaard op grond van het bepaalde in
artikel K 2 van de pensioenwet;
4. Het achtste lid wordt vernummerd tot negende lid.
5. Het nieuwe achtste lid komt te luiden: