2 8. De belanghebbende, bedoeld in het zevende lid, onder a, heeft recht op uitkering met ingang van de dag waarop de mate van algemene invaliditeit op een lager percen tage wordt vastgesteld dan 80%. De hoogte van deze uit kering wordt vastgesteld te rekenen vanaf de datum van ontslag op grond waarvan recht op pensioen is ontstaan. Ter bepaling van de duur van de uitkering wordt voor de toepassing van: a. artikel 5 als ingangsdatum uitgegaan van de datum met ingang waarvan de mate van algemene invaliditeit op een lager percentage wordt vastgesteld, waarbij voor de toepassing van het vierde lid tevens een pensioen vast gesteld naar een mate van algemene invaliditeit van 80% of meer mede in aanmerking wordt genomen. b. artikel 6 als ingangsdatum uitgegaan van de datum op grond waarvan het recht op pensioen is ontstaan. Artikel 3 Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het eerste lid wordt de volgende volzin toegevoegd: Voor de bepaling van dit bedrag, wordt een vermindering van de uitkering ingevolge artikel 21, eerste lid, niet in aan merking genomen. 2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende: 2Ten aanzien van de belanghebbende aan wie een uitkering is toegekend en die wegens blijvende ongeschiktheid uit hoofde van ziekten of gebreken ontslag is verleend uit de betrekking die hij gedurende de met recht op uit kering doorgebrachte tijd bekleedde en waarin hij ambtenaar was in de zin van de pensioenwet, worden in komsten bedoeld in het eerste lid als volgt berekend. De inkomsten, ter hand genomen met ingang van of na de dag waarop het ontslag plaatsvond uit de betrekking die door belanghebbende gedurende de met recht op uitkering doorgebrachte tijd werd bekleed, worden verrekend over de maand waarop zij betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. In afwijking van het ge stelde in het eerste lid, geschiedt deze verrekening op zodanige wijze dat de oorspronkelijk toegekende uit kering wordt verminderd met het bedrag waarmee het pensioen al dan niet aangevuld met een wachtgeld of uitkering, vermeerderd met de inkomsten uit of in ver band met arbeid of bedrijf met inbegrip van de oor spronkelijk toegekende uitkering de oorspronkelijke be zoldiging overschrijdt. Indien na die vermindering een bedrag aan overschrijding van de bezoldiging resteert, wordt het aanvullende wachtgeld of de aanvullende uit kering verminderd met het resterende bedrag aan over schrijding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 1006