Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
III Wijziging in het deel Toelichting
Bij de jurisprudentie:
Het kopje "Hoofdlijnen van de jurisprudentie op basis van de Woningwet 1962
en de bouwverordening 1965 (MBV 1965)" wijzigen in "Hoofdlijnen van de
jurisprudentie"
Toevoegen:
Onder het kopje "Voorts zijn onder meer als bouwwerk aangemerkt":
Een tijdelijke (zes maanden) portiersloge (porto-cabin, met een afmeting
van 3x3x2,75) met een slagboom.
Vz. ARRS2 maart 1993; S03.93.0111 en S03.93.0112.
Houten schotten met een hoogte van 1 a 2 meter en lichtmasten met een
hoogte van zes meter. Dat de houten schotten eenvoudig verwijderd kunnen
worden en dat deze niet aard en/of nagelvast met de grond verbonden zijn
doet, in aanmerking genomen het plaatsgebonden karakter, daaraan niet
- f
a
ARRS, 11 januari 1993; Nr. R03.89.6929.
Onder het kopje "Niet als bouwwerk zijn onder meer aangemerkt":
Een drijvende villa, een zogenaamde marina, bestaande uit een als woning
ingerichte en uitziende opbouw, geplaatst op een betonnen bak, een
caisson
Vz. ARRS, 6 augustus 1992; S03.92.2319.
Onder het kopje "Als gebouw in de zin van de Woningwet zijn onder andere
aangemerkt"
Een elektrisch uitschuifbare overkapping aangebracht over een terras,
hetwelk door wanden werd omsloten. Hierdoor was er naar het oordeel van
de Voorzitter sprake van een gebouw. Dat het dak niet steeds dicht was
deed daaraan niet af.
Vz. ARRS, 14 december 1992; R0392.4115/P90 en S03.92.3709.
Voorts toevoegen
Kopje "Over vergunningvrij bouwen":
Het plaatsen van een reclamebord. De Voorzitter is van mening dat hier
geen sprake is van vergunningvrij bouwen. Ook geen verandering van niet-
ingrijpende aard.
WndVz. ARRS, 19 november 1992; S03.92.4122; BR 1993, 374 (Zie ook Vz
ARRS, 4 januari 1992; S0392.4055)