- 24 -
Het vierde lid van artikel 2.6.5 is van toepassing in alle situaties waar
de beide vluchtroutes vanaf de toegang tot een verblijfsruimte samenvallen
voor dat gedeelte van het gebouw waar dit het geval is. Dit artikellid
strekt ertoe dat de aanwezigen bij brand tijdig en op eigen gelegenheid,
ook buiten de normale werkuren, kunnen vluchten.
Het kan daarbij gaan om een kantoor waar in een bepaald gedeelte een
doodlopende gang aanwezig is waar bij de ontvluchting in geval van brand
ruimten moeten worden gepasseerd, die in brand kunnen staan. Het vierde lid
is echter ook van toepassing op een kantoor met een gebruiksoppervlakte van
ten hoogste 1000 ms met slechts één vluchttrappehuisdat als vluchtweg is
uitgevoerd, (zie Bouwbesluit, artikel 235, tweede lid, onder c, derde en
vijfde lid, alsmede artikel 234, derde lid). Ook daar vallen de beide
vluchtroutes samen in genoemd vluchttrappehuis. In deze situatie is een
rechtstreekse doormelding naar de alarmcentrale van de brandweer niet
nodig. De rookdetectie dient ervoor de ontruimingsalarmering automatisch in
werking te stellen.
Het vijfde lid is primair bedoeld voor kleine kantoorgebouwen die slechts
één rookcompartiment bevatten (zie Bouwbesluit, artikel 234, vierde, vijfde
en zevende lid, en artikel 235, zevende en negende lid). Dit artikellid
strekt er, naast het gestelde voor het vierde lid, tevens toe dat de
brandweer zodanig snel kan worden gewaarschuwd dat eventueel door het vuur
ingesloten personen kunnen worden gered. Derhalve is in deze situatie een
rechtstreekse doormelding naar de alarmcentrale van de brandweer noodzake
lijk.
Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
I Motivering
In de toelichting op artikel 2.7.4 wordt verwezen naar een gemeentelijke
Lozingsverordening riolering uit 1988. Inmiddels is deze verordening aange
past
III Uijziging in het deel Toelichting
Vervang onder "Lid 2, onder b" de zinsnede "een gemeentelijke lozingsver
ordening riolering volgens het model uit de VNG-uitgave uit 1987, groene
reeks nr. 88" door:
"een gemeentelijke Lozingsverordening riolering volgens het model uit de
VNG-uitgave van 1992".
Artikel 3.1 De wijze van melden
I Motivering
Onderstaande wijziging betreft een verduidelijking. Hoewel uit de leden 1
t/m 3 voortvloeit dat, wil er sprake zijn van een ontvankelijke melding,
ook moet worden voldaan aan de leden 4 en 5 van dit artikel, bleek dit in
de praktijk tot misverstanden te leiden. Teneinde die misverstanden in de
toekomst te voorkomen, worden de leden 4 en 5 toegevoegd aan de opsomming
die lid 8 geeft.