- 37 -
Artikel 9.1 Welstandscriteria
III Wijziging in het deel Toelichting
Toevoegen aan "hoofdlijnen van de jurisprudentie op basis van de Woningwet
1962 en de bouwverordening (MBV 1965)".
Vergunning voor bouw serre in beschermd stadsgezicht. Materiaalkeuze
(kunststof) passend Welstandscommissie: het bouwplan is acceptabel en
past binnen het beschermde stadsgezicht. ARRS: onvoldoende gemotiveerd,
niet tot uitdrukking gebracht dat de commissie aandacht heeft besteed
aan de vraag of materiaalkeuze passend is te achten binnen het bescherm
de stadsgezicht. B&W hadden zich opnieuw moeten wenden tot welstandscom
missie
ARRS, 29 april 1992; R03.89.6911; BR 1992, 777.
Overwegingen van financieel-economische aard kunnen mede van betekenis
zijn voor het al dan niet volgen van het advies van de welstandscommis
sie. Evenwel is bij de besluitvorming op dit punt de aanvaardbaarheid
van het uiterlijk van het bouwwerk van overwegende betekenis. Gelet op
de fundamentele kritiek van de welstandscommissie op het bouwwerk had in
casu beter gemotiveerd moeten worden, liefst op basis van een ander
deskundigenadvies
VzARüS16 januari 1992; Gemeentestem 6959, pag. 87.
Aanschrijving tot verwijdering van zonder vergunning geplaatste dwarsan-
tenneo.a. vanwege strijd met redelijke eisen van welstand. De Afdeling
is van oordeel dat het verwijderen van de dwarsantennes het recht als
bedoeld in artikel 10 EVRM beperkt. Beperking ter bescherming van de
openbare orde is echter toegestaan. Dit is naar het oordeel van de
Afdeling in het geding waar een ordelijke inrichting van een samenleving
van zeer dicht bij elkaar wonende personen vraagt om een beteugeling van
de vrijheid bouwwerken op te richten die onevenredig bezwarend zijn voor
omwonenden
ARRS, 9 mei 1991; R03.89.1030; AB 1992, nr.178.
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere
voorschriften
I Motivering
De bouwverordening en haar bijlagen bevatten verwijzingen naar in totaal
circa 35 NEN-normen e.d., alsmede naar de Uniforme Administratieve Voor
waarden voor de uitvoering van werken (UAV 1989). Die in of krachtens de
bouwverordening aangewezen normen en overige voorschriften moeten door de
daartoe bevoegde instanties regelmatig worden geactualiseerd. Een dergelij
ke actualisatie geschiedt door middel van de publikatie van correctiebla
den, aanvullingsbladen of volledige herzieningen. In het algemeen nemen
genoemde instanties daarbij zorgvuldige procedures in acht, waarbij
commissies van deskundigen - onder meer afkomstig uit gemeentelijke kring -
worden ingeschakeld, een voorafgaande publikatie van voorlopige edities
plaatsvindt met bijgevoegd verzoek om commentaar enz.
Indien een dergelijke actualisering in definitieve gedaante door de
bevoegde instantie is gepubliceerd, is het gewenst dat burgemeester en
wethouders niet formeel gedwongen zijn de verouderde norm of het verouderde
voorschrift waarnaar de bouwverordening verwijst, te blijven hanteren tot