50 I Motivering III Wijziging in het deel Toelichting "Alternatief 2 Bij het vaststellen van de bouwverordening op 8 december 1992 is er bij een aantal artikelen een keuze gemaakt tussen twee alternatieven. De Toelichting is echter integraal overgenomen. Voor de duidelijkheid is het gewenst de stukken tekst met betrekking tot de niet gekozen alternatieven te laten verval len, zeker indien deze verder ook niet van belang zijn voor de samenhang in de tekst of uit een oogpunt van achtergrondinfor matie Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn Schrappen Dit en de volgende artikelen bevatten een samenhangend stelsel van voorschriften voor de maximumhoogten van bouwwerken in relatie tot de afstanden tot tegenoverliggende bouwwerken. Voor de duidelijkheid is aangegeven, dat het stelsel alleen voor bouwvergunningplichtige bouwwerken is bedoeld. Het stelsel is niet alleen gericht op stedebouwkundige orde ning, maar ook op voldoende toetredingsmogelijkheden voor licht en lucht. Gezien de vaste fysische gegevenheden op het gebied van met name de daglichttoetreding is dan ook geen onderscheid gemaakt tussen de maximumhoogten in de voor- en in de achterge velrooilijn. Tevens wordt in het voorschriftenstelsel de onderste meter boven straatpeil van eventuele raamoppervlakten bij de bepaling van aanvaardbare belemmeringshoeken voor de daglichttoetreding buiten beschouwing gelaten, omdat de desbe treffende glasgedeelten praktisch geen lichtopbrengst leveren en zich grotendeels beneden de gebruikelijke vensterbankhoogte bevinden. (De belemmeringshoek in een stedebouwkundig (straat)profiel is te definiëren als de hoek tussen de onderste glaslijn van het beschouwde gebouw en de bovenkant van de tegenoverliggende bebouwing.) Met het oog op de in het algemeen wenselijke stedebouwkundige ordening is wel gedifferentieerd naar bebouwingsdichtheden voor enerzijds de bebouwde kom (belemmeringshoek: maximaal 45 graden) en anderzijds daarbuiten (belemmeringshoek: maximaal 37 graden). Zie de figuren 12, 13 en 14 in de bij deze Toelichting behorende bijlage. Ten behoeve van een - soms gewenste - aanvullende werking van de onderhavige bouwverordeningsvoorschriften ten opzichte van vooral globale bestemmingsplannen zonder uitwerkingsverplich ting is - in afwijking van de Model-bouwverordening 1965 - in een verdere differentiatie voor de bebouwde kom voorzien, zodat bij voorbeeld verschil kan worden gemaakt tussen grootstedelij ke binnenstadsgebieden (belemmeringshoek: 60 graden) en de overige delen van de bebouwde kom. Zie figuur 14."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 201