GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN gezien het verzoek van Van der SandeBossers van Beijster- veldt te Bavel om wijziging van het bestemmingsplan voor perceel sectie E, nummer 2440, gelegen nabij Strijbeekseweg 15, ten einde daar de bouw van een magazijn mogelijk te maken ten behoeve van de meubelzaak van Gebrvan Hooi j donk B.V. aan de Strijbeekseweg 14 te Ulvenhout gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 februari 1994, nr. 14; overwegendedat het perceel nabij Strijbeekseweg 15 waarop het verzoek betrekking heeft op grond van het bestemmingsplan 't Hoekske" bestemd is tot "Kernrandzone" de gronden met deze bestemming bestemd zijn voor: agrarische produktiedoeleinden; het funktioneren als onbebouwde bufferzone tussen het landelijk gebied en de dorpskom ter bescherming van het leefmilieu in de kom; op grond van de voorschriften op gronden met deze bestem ming alleen erfafscheidingen mogen worden gebouwd en het bestemmingsplan alleen een vrijstellingsmogelijkheid kent voor een bouwwerk ten behoeve van agrarisch gebruik (bij - voorbeeld een melkstal) Gebr. van Hooijdonk B.V. kennelijk het voornemen heeft een magazijn te bouwen op perceel E nummer 244 0 en dat hiertoe een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk is die daarom wordt verzocht één van onze belangrijkste algemene uitgangspunten bij het opstellen van bestemmingsplannen voor het gebied buiten de bebouwde kom altijd is, dat niet-agrarische bedrijvigheid daar zoveel mogelijk moet worden geweerd; in verband daarmee bij het vaststellen van het bestemmings plan 't Hoekske" de maximaal toegestane bebouwingsopper vlakte voor de meubelzaak van Gebr. van Hooijkdonk B.V. als bestaand niet-agrarische bedrijf bewust beperkt is gehou den; op het perceel waar de meubelzaak zelf is gevestigd, te weten Strijbeekseweg 14 - gelegen tegenover Strijbeekseweg 15 - de maximaal toegestane bebouwingsoppervlakte reeds ruim wordt overschreden; X X X De raad van de gemeente Nieuw-Ginneken;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 221